HMC Summerschool
Waag BY-NC-SA

Van vogel tot transparant gebouw

Op tafel staat een houten houder met daarop een kartonnen vogellichaam met twee vleugels. Onder de houder staan twee feloranje pootjes. Het geheel bevat twee motortjes en verschillende draadjes die om de houder heen gewikkeld zijn en eindigen in een Arduino. De vleugels van de vogel maken een langzame vliegbeweging die na een aantal slagen eindigt met een computerachtig deuntje. De trotse makers staan glunderend om de vogel heen terwijl het publiek in lachen uitbarst wanneer het melodietje weer begint.

Vier dagen lang hebben zij, met hun collega’s van het Hout- en Meubileringscollege, gewerkt aan verschillende projecten. Van deze vogel tot een zogenaamd transparant gebouw, een studie naar innovatieve scharnieren, een object voor in de hal van de schoolgebouwen, decoratieve geluidsdempers en tal van andere experimenten. Natuurlijk zijn de deelnemers makers, maar door de opkomst van digitale fabricage zien zij het ambacht en het maken van de toekomst veranderen. In dit eerste Teacher Maker Camp (de HMC Summerschool) voor makeronderwijs stonden creativiteit, het zelf doen, enthousiasme voor het maken en leergierigheid centraal. Om docenten te inspireren, om ervoor te zorgen dat ook zij de vaardigheden van de 21e eeuw hebben en om hen uit te dagen hun leerlingen beter voor te bereiden op de 21e eeuw. Vier dagen lang konden zij hun lerarenpet even afzetten en weer even ervaren hoe het is om leerling te zijn. 

Proces belanger dan eindresultaat

Je maakt niet zomaar iets, maar je kiest een project waar je graag aan wilt (mee)werken. Dit project is de richting waar je naartoe gaat werken. De kennis die je daarvoor nodig hebt zal je zelf moeten vergaren, met je docent als coach aan de zijlijn. De maker movement, waar de deze opvattingen over maakonderwijs zijn oorsprong vindt, waarborgt de beschikbaarheid van kennis door vrijwel alles open-source te doen en kennis met elkaar te delen om tot betere ideeën en producten te komen. Ontwerpen, code, processen en ideeën worden op globale schaal gedeeld via het internet, om met elkaar tot betere ideeën en producten te komen. Waar in traditioneel onderwijs het cijfer voor een eindproduct vaak de drijfveer is, gaat het hier om persoonlijke affiniteit met dat waar je aan werkt en is het proces misschien wel belangrijker dan het eindresultaat. 

In aanloop naar deze Summerschool is aan deelnemers gevraagd om na te denken over een maakproject waar zij individueel of in groepsverband vier dagen aan wilden werken. Deze ideeën waren het startpunt. De dagen bestonden uit een aantal vaste onderdelen, te weten een gastspreker, een challenge en de aanwezigheid van expertise over de CNC machine, lasercutter, 3D-printers, vinylsnijder en elektrotechniek. Ook was er een lichtelijke irritatie want de eindstreep, het project, lijkt maar niet dichterbij te komen. De dag werd besloten met een lezing van DUS Architecten bekend van het 3D-geprinte grachtenpand. Dit leidde tot gesprekken over de veranderende industrie, werkgelegenheid en nieuwe vormen van ambacht. Nóg meer inspiratie én veel herkenning in het proces van complexe projecten.

Dag twee: experimenteren

De tweede dag begint iedere groep en wat losse individuen vol goede moed met het project. Er moeten spijkers met koppen worden geslagen. Op het plein staat de Frysklab-bus, het rijdende Fablab. Er worden plannen gesmeed en langzaam maar zeker dringt het besef door dat er veel geëxperimenteerd moet worden.

Iedereen heeft een apparaat of kennisgebied gekozen buiten de eigen expertise en comfortzone. Voor sommigen is dat 3D-printen, voor anderen programmeren of borduren. Naarmate de dag vordert, gebeurt er steeds meer. Sommige dingen gaan als verwacht of inspireren tot nieuwe iteraties. Andere gaan mis, want wat je op de computer bedenkt, komt niet altijd uit het apparaat zoals je verwacht. Thieu Besselink van The Learning Lab en de Nederlandse school komt langs. Hij spreekt over de transitiefase waarin het onderwijs zich bevindt, hoe er ruimte gemaakt kan worden voor vernieuwing. Belangrijkste ontwikkeling? De docent hoeft niet meer alles te weten of alles te kunnen. De rol van de docent transformeert in die van een coach die inspireert, motiveert en meekijkt in het proces. Daar is op sommige scholen, zoals het HMC, al veel ruimte voor.

Op bezoek bij Joris Laarman

De derde dag begint bij de studio van Joris Laarman. Waar je ook kijkt staan interessante studies, uitgewerkte meubels en ook is er een werkplaats die lijkt op een kruising tussen het Fablab en de meubelmakerij van het HMC. De rest van de dag gaan deelnemers verder aan de slag in het Fablab en in de Frysklab-bus. Alles komt langzaam maar zeker samen. Het wordt duidelijk wat er nog moet gebeuren en wat er nog mogelijk is vóór de eindstreep die nog slechts een dag verwijderd is. De vogel heeft reeds de juiste programmering, de onderdelen liggen nog los op tafel. Het transparante gebouw is volledig digitaal uitgewerkt en wordt nu pas fysiek. Opvallend is dat er steeds meer kennis gedeeld wordt tussen de deelnemers. Hoe heb je dat gedaan? Hoe kan ik dit het beste aanpakken? Kun je dit met de lasercutter doen of beter met de freesmachine? Loes Bogers bevestigt nog maar eens het belang van onderwijsvernieuwingen en benadrukt wederom de voordelen van het maakonderwijs.

Bij aanvang van de vierde en tevens laatste dag staan de deelnemers in de startblokken poor de ingeplande werktijd. Gemotiveerd, vol goede moed en met de bestanden in de hand vormen zich rijen voor de verschillende apparaten. De eindpresentaties worden voorbereid en de projecten worden in elkaar gezet. En voor we er erg in hebben is het tijd voor de presentaties. Lang niet alles is af. Geeft niets. Iedereen heeft ontzettend veel geleerd en geïnspireerd geraakt om de theorie van het maakonderwijs in de eigen lespraktijk te verwerken. Ze hebben weer even in de schoenen van de student gestaan en hebben het voornemen van hun onderwijs meer een vergevingsgezinde speeltuin te maken. Hacker en uitvinder Mitch Altman sluit de avond af via Skype.