"We beginnen een revolutie,” zegt de zelfbenoemde ‘afvallige econome’ Kate Raworth lachend. “Ik breng de donut, jullie brengen het potlood.” Een intrigerend begin van een lezing over het herdefiniëren van groei, maar het behoeft toch nog wel enige uitleg. Het spreekt voor zich dat ze hier is om die te geven. Ze wijst naar een afbeelding waarop het standaardplaatje van onze economie te zien is en licht toe: “Zó leren studenten dat de economie in elkaar zit: geld en goederen circuleren tussen consumenten en bedrijven, alsof het een gesloten systeem is. Alsof er niets is dat het beïnvloedt. Zo heb ik het zelf twintig jaar geleden trouwens ook geleerd.” Maar ze laat zien dat wat in de lesboeken staat een illusie is. Want er zijn natuurlijk wel degelijk invloeden van buitenaf. En er zijn ook dingen die aan het systeem ontsnappen. “Onze universiteiten geven aan studenten gewoon een te eenvoudige voorstelling van zaken.”
Als studenten dit beeld al sinds jaar en dag krijgen voorgezet, dan is het niet gek dat dit idee inmiddels stevig verankerd is in de maatschappij. “Net zoals het beeld dat het normaal is dat de economie groeit, en dat die groei – korte periodes van stabilisering of beperkte terugval daargelaten – uiteindelijk onbeperkt is. Maar je hoeft maar naar de huidige situatie te kijken om te zien dat dat grote onzin is.” Raworth merkt op dat onze politieke leiders dat langzaam beginnen door te krijgen, maar dat ze (ondanks de knappe koppen die hen terzijde staan) de oplossing ook niet weten. De een zoekt haar in gecontroleerde groei. De ander in duurzame groei. Een derde denkt aan evenwichtige groei. “Maar geen van hen heeft in de gaten dat ze in hun politieke denkraam zitten ingesloten. Zonder het te weten zitten ze opgezadeld met een wereldbeeld dat de werkelijkheid geen recht doet en meer weg heeft van een starre ideologie.”
“Net zoals de mens sterk en gezond is geworden doordat de medische wetenschap elk deel van het menselijk lichaam heeft onderzocht, kan de wereld ervan profiteren als economen al haar aspecten onderzoeken,” stelt Raworth. “Artsen geven gezondheidsadviezen. Economen zouden op termijn hetzelfde kunnen doen.” En dan komt eindelijk de ‘donut’ ter sprake. Raworth wijst naar een projectie van twee cirkels, waarvan de binnenste de menselijke behoeften (voedsel, educatie, inkomen) representeert en de buitenste de grenzen van de druk die op onze planeet kunnen worden uitgeoefend (vervuiling, uitputting, klimaatverandering). “Realisatie van de eerste binnen de grenzen van de tweede is mogelijk, maar daarvoor is grootscheepse redistributie van geld en goederen echt noodzakelijk. Laten we dus naar de universiteiten gaan: dan vertel ik wat ik zojuist gezegd heb en passen jullie de lesboeken aan.”
Dat er dingen zijn die aan het systeem ontsnappen, weet ook de oprichter van Contagious Magazine, Paul Kemp-Robertson. Zo wordt binnen gemeenschappen onbetaald werk verricht. Of, en daar ligt zijn interesse, er worden alternatieve betaalsystemen ontwikkeld. Vol vuur spreekt hij over het succes van de Bitcoin: “Binnen vier maanden steeg die in waarde van 13 naar 266 dollar. Als je ze in het begin gekocht had…” Ook constateert hij dat het vertrouwen van de mensen in de traditionele instituties en banken almaar afneemt. “In Europa denken de mensen dat Google het beter met hen voor heeft dan de kerken.” Daar staat tegenover dat, met name onder jongeren, de bereidheid om informatie aan merken af te staan toeneemt. Zeker als die daar iets tegenoverstellen. Zo werkt Starbucks met ‘Stars’, Nike met ‘Fuel’ en Amazon met ‘Coins’. “In potentie zijn deze bedrijven in staat een schaduweconomie op te zetten.”
Dit is een bijdrage van onze gastblogger Michiel Jansen-Dings.
De foto toont Paul Kemp Robertson, alle foto's in deze set op Flickr.