Facebook like
Owen W. Brown BY

De macht van Facebook

Op 26 april was ik aanwezig bij het Debat over de Macht van Facebook in de Waag, dat werd georganiseerd naar aanleiding van het verschijnen van het boek “De macht van Facebook” van Peter Olsthoorn. Hij onderzoekt in dit boek het snelst groeiende sociale netwerk ter wereld. Een netwerk dat onlangs ook nog eens naar de beurs ging. Reden genoeg om Facebook, en de impact van dit netwerk op ons leven, onder de loep te nemen.

Voor de avond is een achtkoppig panel aanwezig bestaande uit: Steven Jongeneel (Social Embassy), Antoinette Hoes (Tribal DDB), Karin Spaink (Het Parool), Geert Lovink (the Institute of Network Cultures) en Patrice Riemens (geograaf en nauw betrokken bij projecten van Waag). Daarnaast wordt het debat geleidt door Waag’s Frank Kresin en auteur Peter Olsthoorn. Hij startte met de vraag of er aanwezigen waren die geen Facebook-account hadden. In de volle zaal staken zo’n tien mensen hun hand op. Redenen die zij noemden om niet mee te doen aan de sociale hype varieerden van “ik heb niet de behoefte alles te delen” tot “ik ben op Quit-Facebook-Day gestopt en ik mis het niet” of “ik heb geen tijd voor nog meer sociale verplichtingen”.

Hoewel ik me in een aantal van deze argumenten best kan vinden, ben ik zelf toch een vrij fanatieke Facebook-gebruiker. Net als het merendeel van de aanwezigen overigens. Dat is ook niet raar, als je bedenkt dat Facebook zo’n 900 miljoen gebruikers heeft. Volgens Olsthoorn neemt het netwerk zelfs het complete internet over. “Tegenwoordig kan alles via Facebook, denk maar aan applicaties als Spotify of Instagram. Veel applicaties kun je alleen nog gebruiken als je een Facebook account hebt.” Interessant feit dat hij noemde is dat de snelst groeiende categorie Facebook-gebruikers mensen van 56 jaar en ouder zijn. Volgens Olsthoorn zien zij het netwerk als een goede manier om het contact met hun (klein)kinderen te onderhouden. Maar is dit wel zo'n goede manier? Is communiceren via Facebook bijvoorbeeld wel zo privé als het lijkt? En is wel normaal om een paar honderd vrienden te hebben waar je alles mee deelt? Dat zijn vragen die ook tijdens deze avond veelvuldig naar voren kwamen.

Het debat
Hoewel er tijdens het debat pittige discussies gevoerd werden, bleken we het over een aantal dingen met zijn allen eens te zijn. Zo vinden we het kwalijk dat Facebook niet genoeg doet om mensen duidelijk te maken hoe de organisatie haar geld verdiend. Karin Spaink: “De meeste mensen denken dat ze betalen voor Facebook doordat er advertenties getoond worden op hun pagina. Wat ze niet weten is dat, hoewel je de privacy settings kunt aanpassen, jouw gegevens via je vrienden naar bepaalde applicaties doorgesluisd worden. Dat is waar Facebook het meeste geld aan verdiend. Maar dat wordt door de organisatie slecht uitgelegd”. Het feit dat Facebook commercieel is, is volgens Stefan Jongeneel echter niet kwalijk te noemen. “Zuckerberg heeft een bedrijf opgebouwd waarmee hij succesvol wil zijn. En hij beschrijft inderdaad niet precies hoe hij zijn geld binnenharkt. Maar ja, ik ben ook nog nooit bij een slager geweest die over zichzelf zegt dat hij eigenlijk best duur is.” Over de commerciële kant van Facebook werd vanuit het publiek een interessante parallel getrokken met de intrede van reclame op televisie. Door deze ontwikkeling ontstond een soortgelijke behoefte aan educatie voor kijkers, adverteerders en bijvoorbeeld ouders als nu geldt voor sociale media.

Wat betreft het begrip privacy waren de meningen sterker verdeeld. Waar sommige deelnemers de verantwoordelijkheid bij het individu legden, pleitten anderen voor meer bescherming van gebruikers. Frank Kresin vat de discussie samen met de woorden: “Privacy en anonimiteit zijn zeer complexe begrippen. Wat duidelijk wordt, is dat je steeds meer moeite moet doen om anoniem te blijven.”

Tot slot was een veelgenoemd begrip de ‘publieke ruimte’. Ontwikkelingen als Facebook, maar ook mobiele telefonie, lijken te leiden tot een herdefiniëring van dit begrip. De grenzen vervagen. Als we in de trein mee kunnen luisteren naar het complete liefdesleven van een bellende passagier, mogen we daar dan ook wat over zeggen? En is dit anders als het via een online kanaal gebeurt? Wat is openbaar en wat niet? En wanneer zijn jouw gegevens niet meer van jou?

De avond zorgde in ieder geval voor genoeg stof tot nadenken en ik ben het zeker eens met een reactie die uit het publiek kwam: "Ik 'like' dit debat!"

Metadata