Wanneer je aan een lab denkt, denk je vaak aan borrelende flesjes en reageerbuisjes. Mensen in witte jassen die met pipetten vloeistoffen mixen, roeren en meten. Maar aan dit stereotype komt binnenkort definitief een einde. Labs worden kleiner en kleiner. Zo klein zelfs dat ze binnenkort in je smartphone passen.
Een druppel bloed bevat bijvoorbeeld al zoveel cellen en stoffen, dat het genoeg is voor een diagnose. Een druppel is ook groot genoeg om wetenschappelijke experimenten in te doen met bacteriën en DNA. Alleen was het tot voor kort knap lastig om zelf praktisch met druppels te werken.
Daar komt verandering in door innovaties in de elektrotechniek en zogenaamde microfluidics. Wetenschappers hebben apparatuur ontwikkeld waarmee je door middel van spanning druppels kunt bewegen tussen electrodes. Elektrodes slechts millimeters of micrometers groot. Vloeistoffen bewegen, samenbrengen, mixen en splitsen is nu mogelijk om druppelschaal. Dit wordt ook wel electrowetting of digital microfluidics genoemd. En het mooiste is: het is open-source.
Het is dan ook de opdracht aan de open-source community om er voor te zorgen dat deze platformtechnologie voor iedereen toegankelijk wordt en blijft. Met zo'n lab chip in je broekzak zijn er snelle diagnoses mogelijk, antwoord op de vraag "ben ik ziek?" of "is dit water te drinken?". Of wat dacht je van massive parallel directed evolution, DNA syntheses of sequencing? Door deze nu te ontwikkelen en te publiceren voorkomen we dat grote firma's door middel van patenten de boel op slot gooien en we net als met 3D-printen decennia moeten wachten op relevante toepassingen of ruimte voor creatief onderzoek.