Verftuin
Waag BY-NC-SA

Lichtgeel tot moddergroen: verven met natuurlijke kleurstoffen

Het proces waarmee iets wordt geverfd heeft niet alleen een enorme invloed op de duurzaamheid van de kleding die we dragen, maar ook op ons begrip van vakmanschap en lokale productie. Tegenwoordig wordt er vooral synthetische verf gebruikt in de textielindustrie. Natuurlijke verfpigmenten worden vaak vergeten, of gezien als puur iets uit het verleden. Wat is de geschiedenis van natuurlijke verfpigmenten en hoe kan het dat ze in de vergetelheid zijn geraakt? Hoe kunnen natuurlijke verfprocessen ons in een stedelijk landschap verbonden houden met de natuur? En wat is de verbintenis tussen de waarde van vakmanschap, lokale productie en natuurlijke verfpigmenten?  

‘Op het labeltje in je kleding staat hoe het kledingstuk is gemaakt, de materialen die gebruikt zijn, en soms de naam van degene die de kleding heeft gemaakt. Maar er ontbreekt één punt aan informatie; hoe is het kledingstuk geverfd?’ –  Cecilia Raspanti (lead TextileLab)

Geschiedenis van natuurlijke verf

Van 1600 tot 1900 verbouwden en verhandelden regio's in Nederland en Vlaanderen de plant meekrap (Rubia Tinctoria) die bekend stond om zijn wortels die verschillende roodtinten produceerden. Nederland stond bekend om de hoge kwaliteit van meekrap omdat de losse zandgrond van Nederland perfect past bij de groeibehoeftes van de plant. In Duitsland handelde men in geel, de natuurlijke kleurstof kwam van de bloemen van de wouwplant (Reseda Luteola) die kleuren kon produceren variërend van lichtgeel tot modder groen. Tot de ontdekking van synthetische kleurstoffen in de 19e eeuw was wouw de populairste bron van geel. Blauw werd gekweekt en verhandeld door Frankrijk, door het oogsten van wede (Isatis Tinctoria), vaak Europees indigo genoemd. Wede, een plant die vanuit Europa door de Kaukasus, Centraal-Azië en Siberië groeide, werd gekweekt om zijn diepblauwe verfeigenschappen.

blue devil
"Church of St Mary, High Street, Fairford, Gloucestershire." by Wessex Archaeology.

In de 13e eeuw werd wede in industriële hoeveelheden geproduceerd en verhandeld. De concurrentie tussen handelaren in rode verfpigment (meekrap) en handelaren in blauwe verfpigment (wede) werd zo groot dat de duivel in religieuze afbeeldingen in het blauw werd afgebeeld, zodat mensen weg zouden blijven van de natuurlijke blauwe kleurstof.

In elke regio werd de lokale natuur gereflecteerd in zijn eigen kleurenpallet en daarmee ook de kleding die gedragen werd. Het verhandelden van deze natuurlijke pigmenten creëerden een stabiele economie voor de handelaren uit Nederland Duitsland en Frankrijk. Tegenwoordig zijn er echter nauwelijks meer textielververijen te vinden in Nederland. Met de introductie van synthetische verf lijkt de rijke geschiedenis, de handel, en het ambacht van natuurlijke verfpigmenten vergeten. Het verven met natuurlijke pigmenten wordt over het algemeen meer gezien als een hobby dan als een geldige, waardevolle en duurzame manier om kleur te produceren.

Uit het oog, uit het hart

Als we in onze steden rondlopen, herkennen we de planten om ons heen niet meer. Hoewel parken zijn ingericht om aan de natuur te wijden, creëert dit een illusie dat de natuur zich alleen binnen deze afgebakende ruimtes bevindt. Planten die spontaan groeien worden beschouwd als onkruid, iets dat niet tussen de stenen van de stad hoort te leven.

gedroogde planten

Wat we niet zien of opmerken zijn we geneigd te vergeten. Zodra we de planten om ons heen beginnen te registreren en herkennen, worden we ons meer bewust van ons stedelijk landschap en de natuur die erin huist. Dit begrip van en de band met de natuur verbetert wanneer de lokale productie van natuurlijke pigmenten in steden plaats vindt.

Local Color, een tweejarig project van de Textilelab Amsterdam van Waag Futurelab, herintroduceert het erfgoed van natuurlijke verfprocessen in de stad. Dit creëert een duurzame manier van kleurproductie; de natuurlijke pigmenten veroorzaken geen vervuiling en de ontwikkeling van lokale verftuinen in steden verlaagt de ecologische voetafdruk omdat er geen pigmenten van elders nodig zijn. De verftuin bevindt zich op het marineterrein in Amsterdam.

Zichtbaarheid ambachtslieden

Om lokaal en duurzaam te produceren moet rekening worden gehouden met elk facet van de productie. Dit betekent ook dat ambachtslieden zichtbaar moeten zijn binnen de stad. Net zoals de waarde van planten onopgemerkt blijft, worden ambachtslieden en hun traditionele ambachtelijke kennis ondergewaardeerd als ze niet zichtbaar zijn. Lokale productie van natuurlijke pigmenten in steden creëert dan ook zichtbaarheid voor ambachtslieden het bijbehorende vakmanschap.  

Binnen het Europese onderzoeksproject Tracks4Crafts creëert het Textilelab zichtbaarheid voor de toekomstige ‘craftsperson’ binnen de pilot 'Hacking the Machine'. In deze pilot staan duurzaamheid, technologie en ambacht centraal. Er is onderzoek gedaan naar digitaal printen met natuurlijke verf; dit creëert de mogelijkheid voor de toekomstige ‘craftsperson’ volledig duurzaam te werk. 

Lees meer over ‘Hacking the Machine’ en het ontwerp van een craftsperson 2.0.

Herwaardering traditionele ambachtelijke kennis

Door de introductie van synthetische verf zijn natuurlijke verf processen in vergetelheid geraakt. Het is van belang voor een duurzame samenleving om deze traditionele technieken te waarderen en te herintroduceren. Lokale productie en de herintroductie van natuurlijke verftechnieken verbetert de duurzaamheid binnen de textielindustrie. Maar deze verduurzaming heeft weinig effect als er niet binnen alle facetten van textielproductie op een duurzame manier wordt gekeken; waardering voor lokale productie, de traditionele kennis die ambachtslieden, en duurzame innovatie blijven hierbij belangrijk.

Gepubliceerd

Auteur

Links

projecten

EU official flag

Het project Tracks4Crafts is gefinancierd door de Europese Commissie onder subsidieovereenkomst nr. No 101094507.