Overheid en bedrijfsleven zouden meer moeten investeren in het beschikbaar stellen van technologische en creatieve middelen die aansluiten op de belevingswereld van studenten en leerlingen. Een multidisciplinaire manier van onderwijs geven maakt het leuker voor de leerling en resulteert in het minder snel wegvloeien van toptalent naar het buitenland.
Bovendien leidt het tot afgestudeerden die beter in staat zijn tot toegepaste innovatie. Er zouden opleidingen moeten komen waarbij techniek, creativiteit en business samenkomen, zoals in Angelsaksische landen gebruikelijk is.
Dit zijn een paar van de punten die naar voren kwamen tijdens een ronde tafel discussie over de kwaliteit van het technisch onderwijs in Nederland, met vertegenwoordigers van HBO-opleiding Hanze Institute of Technology, medialab Waag, netwerkleverancier Cisco en ICT-innovator SURFnet. Een andere conclusie luidt dat in verhouding met veel andere landen in de wereld, Nederland desondanks nog steeds voorop loopt met de inzet van de technische infrastructuur ter ondersteuning van het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Op dit gebied vervult de overheid een goede voortrekkersrol met initiatieven als ICT Regie en het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma.
Waag
Volgens Marleen Stikker, oprichter en directeur van Waag, blijven met name kansen liggen doordat er geen interdisciplinaire topopleidingen zijn die creativiteit, technologie en ondernemerschap bijeen brengen. "Hierdoor ontmoeten studenten elkaar niet op een cruciaal moment in hun ontwikkeling en kunnen elkaar niet wederzijds stimuleren en uitdagen. Terwijl alles op het gebied van succesvolle toepassing van technologie over design gaat en daar juist de innovaties kunnen plaatsvinden", aldus Stikker. "Bovendien is het vreemd dat kunst in Nederland een HBO opleiding is en niet naar het niveau van een universitaire graad wordt getild, zoals bijvoorbeeld op MIT."
Hanze Institute of Technology (HIT)
Hans Appel, lector Computer Science & Sensor Technology van Hanze Institute of Technology en CTO van Sun Microsystems, ziet lacunes in het aanbod van praktijkervaring uit het bedrijfsleven. "Nederlandse ondernemingen zouden zich beter moeten inzetten voor de publieke zaak." Bovendien vindt hij dat het de gemiddelde student vooral aan basiskennis ontbreekt en dat er in het onderwijs onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die er zijn om multidisciplinair te werken.
Cisco
David Bradshaw, regionaal salesmanager publieke sector van Cisco en verantwoordelijk voor zorg en onderwijs, onderstreept de behoefte aan input uit het bedrijfsleven met het feit dat de onderwijsmodules die Cisco aanbiedt, worden afgenomen door bijna alle ROC’s in Nederland. "Nederland heeft een van de sterkste kenniseconomieën in Europa. Het World Economic Forum zet Nederland op de achtste plaats op de Global Competitiveness index en op nummer één voor wat betreft Technology Readiness. We hebben een klimaat waarin onderzoek, onderwijs en ondernemen worden gestimuleerd en dat is gunstig."
SURFnet
Roel Rexwinkel, manager Community Support van SURFnet en programmamanager SURFnet/Kennisnet innovatieprogramma richt zich met zijn organisatie op het continu blijven ontwikkelen van technologische toepassingen in het onderwijs. "We hoeven niet bang te zijn voor een 'braindrain' van toptalent dat naar het buitenland gaat, laten we het eerder zien als een exportproduct. Het komt ons eigen kennisniveau alleen maar ten goede als mensen ook enige tijd in het buitenland ervaring opdoen. We moeten continu blijven ontwikkelen en ons daarbij vooral richten op de voorlopers: díe kinderen en leerkrachten van het basis- en voortgezet onderwijs die als eersten met nieuwe technologieën aan de slag willen gaan."