Een onderarm- en handprothese die $100 kost om te produceren en in zes uur tijd lokaal kan worden gefabriceerd met een 3D-printer. Dat is in het kort de omschrijving van 'Project Daniel' van het Amerikaanse Not Impossible Labs. De armprothese werd in eerste instantie bedacht voor de 14-jaar oude Daniel Omar in Zuid-Soedan.
Het verhaal achter de prothese begint bij een reportage van journalist Alex Perry in april 2012 voor TIME. Bij de strijd in Zuid-Soedan verloor Daniel Omar zijn beide handen bij een bombaderment van de regering op de rebellen. Hij is één van de maar liefst 50.000 geamputeerden in de regio.
Eén van de lezers van het artikel was Mick Ebeling, mede-oprichter en CEO van Not Impossible Labs, een onderzoeksbedrijf dat zich richt op het vinden van zorgoplossingen via goedkope, open-source methoden. Getroffen door het verhaal besloot bij Daniel te gaan opzoeken in het Nuba gebergte en belangrijker nog, een oplossing te vinden voor zijn probleem en daarmee dat van vele duizenden andere getroffenen, middels een lokaal geproduceerde prothese.
Voor het project werd gebruikt gemaakt van relatief eenvoudige 3D-printers. Deze houden de kosten laag. Een arm kan in ongeveer zes uur worden gemaakt en kost rond de $100. De prothese kan niet alles wat je normaal kan doen met een arm en hand. De controle over de vingers is niet erg precies, het optillen van zwaardere objecten is onmogelijk en het gebruiken van bijvoorbeeld keukengerei is zonder hulpmiddelen erg lastig. Toekomstige verbeteringen zullen hier verandering in moeten gaan brengen.
Desalniettemin is de huidige prothese al in staat om voor meer onafhankelijkheid van de gebruikers te zorgen, zo kan Daniel nu voor het eerst in twee jaar weer zelfstandig eten. En hij helpt nu bij het produceren van ledematen voor anderen.