Nieuwe toepassingen vragen om slimme combinaties van diverse expertises, inspiratie en veel doorzettingsvermogen. Alle zijn ruim voorhanden aan de faculteit Industrial Design (ID) van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Daar wordt in diverse thema's gewerkt aan nieuwe concepten en prototypen voor nieuwe toepassingen. De faculteit bestaat ruim tien jaar, is in die periode enorm gegroeid en heeft nu bijna 170 medewerkers en 550 studenten. Een groot deel van de staf is part-time aan de faculteit verbonden en staat met één been volop in het werkveld. Men werkt met een ver doorgevoerd concept van competentiegericht onderwijs waarin studenten aan het einde van ieder semester zelf moeten bewijzen dat hun competenties hebben gegroeid.
Op 30 mei bezocht een delegatie van de SIG Creative Labs de faculteit. De SIG brengt een honderdtal mensen bijeen die betrokken zijn bij creatieve werkplaatsen waar nieuwe vindingen worden ontwikkeld. Regelmatig brengen zij een bezoek aan inspirerende labs in Nederland. Jan Rouvroye had op voorspraak van René Paré van het MAD Emergent Art Center een uitgebreid programma samengesteld waarin in drie uur ruim zeven afdelingen werden bezocht.
ID is gehuisvest op vier verdiepingen van het hoofdgebouw van de TU/e. Dat is behoorlijk uitgewoond en heeft de sfeer en uitstraling van een creatieve broedplaats. Studenten en onderzoekers werken door en vaak met elkaar en komen tot innovatieve toepassingen van technologie. Kleding die helpt om je houding te verbeteren, een halsketting die de band tussen pasgeboren (couveuse)kind en moeder versterkt, een persoonlijk navigatiesysteem dat je met geluid naar de plek van bestemming leidt, een hartslagmeter verwerkt in een vliegtuigstoel die stress meet en vermindert. De wetenschappelijke output (publish or perish) staat voorop; daarna volgt het ontwikkelen van bijzondere concepten en prototypen. Tenslotte moet 'de markt' haar werk doen en er producten en diensten van maken.
De wereld verandert snel en om toegevoegde waarde te blijven bieden is men voortdurend op zoek naar nieuwe niches. Een voorbeeld is het gebruik van nanotechnologie binnen Next Nature, waarbij ID de rol van aanjager en verbinder vervult. Alles heeft immers een gebruikskant en moet worden ontworpen - en daar zijn ontwerpers goed in. Omdat de faculteit een onderdeel is van de TU/e liggen de verbindingen met technische wetenschappen en bedrijfskunde voor het oprapen. Lastiger ligt dat met de geestes- en gammawetenschappen, terwijl de technologie ons steeds meer op de huid gaat zitten en daarmee ethische en betekenisvragen oproept.
De onderzoekers en studenten maken een bevlogen indruk - het moet mooi zijn om hier te studeren of onderzoek te doen. Tegelijkertijd roept een aantal resultaten een 'déjà-vue' gevoel bij me op. Dat verdwijnt daar waar een innovatie wordt verbonden aan primaire behoeften en wordt ingebed in een ecosysteem van gebruikers, toeleveranciers en dienstverleners. Een mooi voorbeeld is het afstudeerproject 'Rural Spark'. Ontwerper Marcel Heist is een aantal maanden gaan wonen op het Indiaase platteland waar hij de bevolking van zelfgemaakte lampen voorzag. Eerst was hij zelf onmisbaar om te zorgen voor de productie, distributie en het opladen, maar stapje voor stapje maakte hij zichzelf overbodig. Waarna de Do-It-Yourself lampen en de elektriciteit die daarvoor nodig is een vaste plek in de gemeenschap kregen.
Het was een inspirerend bezoek dat de deelnemers zeer hebben gewaardeerd. Zie voor een foto-impressie deze set op Flickr. Na de zomer volgen nieuwe bezoeken aan andere labs.
