Dit is de vierde blog binnen het MicroMemberships project. Lees blog 1, blog 2 en blog 3.
Creatieve makers die via digitale kanalen inkomsten van hun fans willen ontvangen, vallen al snel ten prooi aan de perverse verdienmodellen van Big Tech platforms. Dat gaat ten koste van de kwaliteit en diversiteit van online content (zie blog 3). Platforms vergroten reeds bestaande competitie tussen makers om aandacht en maken hen afhankelijk van advertentie-inkomsten om indirect financiële steun van hun publiek te ontvangen. Commodificatie voert online de boventoon: relaties worden de markt ingetrokken en uitgedrukt in geld. Big Tech platforms zoals Instagram dwingen content creators in de richting van verdienmodellen waarin het transactionele karakter de relatie met hun publiek domineert.
In de vorige blog uit deze serie kwamen we tot de conclusie dat veel digitale verdienmodellen voor creatieve makers het commerciële karakter van het internet – zoals het nu is – in de hand werken. Om te bouwen aan een beter internet, moeten we stilstaan bij de vragen: hoe willen we dat maker en publiek online kunnen interacteren? Wat betekent dat voor de relatie tussen de maker en publiek en de content die ze uitwisselen? En welke verdienmodellen en technologie kunnen de keuze vervolgens ondersteunen?
Waag werkt aan open, eerlijke en inclusieve technologie. We gebruiken daarvoor de Public Stack: een model waarmee we onderliggende aannames en waarden van technologie blootleggen. Het doel is om technologie te ontwikkelen die mensenrechten respecteert en oog heeft voor publieke waarden. Het uitgangspunt zijn niet de aandeelhouders (private stack), maar mensen die zelf keuzes maken hoe ze technologie gebruiken en – gezamenlijk – vorm geven aan de maatschappij.
Op zoek naar samenwerking en solidariteit
Welke waarden willen we meer op de voorgrond zien bij (online) verdienmodellen? In plaats van individualisering en competitie zijn wij op zoek naar solidariteit en samenwerking in gemeenschappen. De huidige verdienmodellen op het internet staan gemeenschappelijkheid in de weg. Kunstenaar Yin Aiwen beschrijft beeldend hoe platforms hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een internet dat draaide om ‘onderwerpgeoriënteerde gemeenschappen’ naar een internet van ‘persona-gedreven’ platforms. Als weerwoord op die individualisering hunkeren we naar gemeenschappelijkheid.
We zijn ervan overtuigd dat creatieve makers, nog altijd in precaire maatschappelijke positie en vaak zelfstandig ondernemer, in het bijzonder baat hebben bij samenwerking en solidariteit: zowel met hun publiek als met andere makers onderling. Dit werd bevestigd in gesprekken die we hadden met kunstenaars over digitale middelen die zij gebruiken voor inkomsten en interactie met publiek. De Big Tech platforms kosten hen veel tijd, vragen om een specifieke vorm content en geeft weinig mogelijkheden om van publiek directe financiële steun te ontvangen. Terwijl in onze verkenning ook naar voren kwam dat deze groep profijt kan hebben van wat extra inkomsten van hun publiek als aanvulling op steeds slinkende financieringsopties. Wat niet gelezen moet worden als goedkeuring van die slinkende middelen.
Onze wens om solidariteit en samenwerking tussen makers onderling én hun publiek verder te verkennen, komt voort uit onze eerdere verkenning naar web monetization: MicroDonor. We experimenteerden met de Coil-standaard om als internetbezoeker microdonaties te kunnen doen aan journalisten, open source ontwikkelaars en kunstenaars. Een van de conclusies: individuele makers kunnen er baat bij hebben hun krachten te bundelen om gezamenlijk een groter publiek te bedienen met hun werk of content. Een andere uitkomst van die verkenning was de behoefte aan een meer stabiele inkomstenstroom, die eenmalige donaties niet kunnen garanderen.
MicroMemberships: web monetization voor collectieven
Hoe kan een verdienmodel solidariteit en gemeenschappelijkheid ondersteunen in plaats van ondermijnen, zoals platformisering doet? We zoeken een oplossing aan de hand van een gedachtenexperiment: MicroMemberships. We gaven het vorm in mock-ups.
Mock-ups van de MicroMemberships-applicatie. Dit kunnen verschillende interfaces zijn van een 'wallet' om je MicroMemberships te beheren.
MicroMemberships zijn kleine abonnementen op collectieven van creatieve makers, eventueel gekoppeld aan (online) werk van hen wat te zien, luisteren of lezen is. ‘Micro’ omdat het om kleine bedragen per maand gaat. ‘Membership’, want anders dan met donaties gaat een lidmaatschap uit van een gemeenschap van leden. Leden doen meer dan geld overmaken in ruil voor vermaak, ze zijn lid van een groep en dragen daar - meer of minder – actief aan bij. Het concept nodigt uit tot tweerichtingsverkeer tussen de makers en publiek.
Er zijn vergelijkbare concepten die hun weg gevonden hebben op het internet in nieuwe vormen van journalistiek. Redacties zoals die van De Correspondent hebben lidmaatschapsmodellen ingezet voor een nieuwe relatie tussen journalisten, publiek en het publiek onderling. Goed gecureerde discussiesecties veranderden het werk van de journalisten; de schrijvers hebben interactie met hun publiek en betrekken hen waar relevant ook als experts bij het werk. De Correspondent werkte met professor Jay Rosen aan een project om lidmaatschapsmodellen voor redacties in kaart te brengen: The Membership Puzzle Project.
Weerstand bieden aan de platformiseringsval
Maar de verkenning naar open en eerlijke onlineverdienmodellen voor makers leidt ons keer op keer naar centrale, monolithische platforms en winstmaximalisatie voor de tussenpartijen. Na gesprekken met verschillende kunstenaars over MicroMemberships blijken we met ons concept zelf ook in de val van een uniforme platformoplossing te trappen. De interface (die hierboven) zet profielen van heel verschillende collectieven naast elkaar op uniforme manier, drukt ze in dezelfde mal en brengt ze met elkaar in competitie. Dit concept is een one-size-fits all oplossing, terwijl elk collectief en elke gemeenschap ergens anders behoefte aan heeft.
Onze initiële uitwerking van MicroMemberships laat weinig ruimte voor de rommelige realiteit van makerscollectieven. Vaak zijn dat los-vaste gemeenschappen waar mensen in verschillende mate bij betrokken zijn. Hoe kunnen we dat technisch ondersteunen? In onze mock-up kunnen de makers instellen voor welk minimumbedrag en periode mensen lid kunnen worden. Op de pagina’s van de collectieven in onze interface zou je kunnen weergeven wie onderdeel zijn van het collectief en hoe het geld verdeeld wordt. Transparant en toegankelijk. Maar de vraag is hoe dit werkt voor een van samenstelling wisselend collectief van makers.
De aantrekkingskracht van de blockchain
In de zoektocht naar gemeenschappelijkheid en decentrale organisatie van collectieven trekken sommige creatieve makers naar blockchaintoepassingen zoals distributed autonomous organisations (DAOs) en non fungible tokens (NFTs). Het is geen verrassing dat beeldend kunstenaars, ontwerpers en muzikanten zich aangetrokken voelen tot NFTs en DAOs. Ze bieden de belofte van decentraal georganiseerde netwerken, bestaande uit mensen over de hele wereld. Een blik op de toepassingen van DAOs en NFTs maakt zichtbaar dat in de wereld van Web3 een belofte bestaat van een intieme relatie tussen (digitale) verdienmodellen en het betrekken van een gemeenschap bij de – al dan niet gezamenlijke – productie van werk. Zo lanceerde kunstenaar en componist Holly Herndon recent een DAO project genaamd Holly+. De kunstenaar trainde een machine learning algoritme op haar eigen stem en maakt het mogelijk om een audio sample om te zetten in een kloon van haar stem op holly.plus. Leden van een DAO beslissen over toestemming om holly.plus te gebruiken en over de ontwikkeling van nieuwe tools voor holly.plus. De inkomsten uit commercieel gebruik van holly.plus worden beheerd en verdeeld door de leden van de DAO. Het project werpt vragen op over auteurschap, intellectueel eigendom en inkomstenverdeling.
We concluderen dat distributed autonomous organisations interessant zijn voor gemeenschappen om middelen te ontvangen en te verdelen. Maar we zien veel haken en ogen aan toepassingen op een blockchain, zie blog 2. Ondanks de belofte van decentralisatie zien we vooral veel gecentraliseerde diensten en worden de toepassingen erg vertroebeld door speculatie. NFTs draaien om individueel verhandelbaar eigendom en ook de ‘membership’-tokens die stemrecht geven in DAOs kunnen vaak gekocht worden. Staat die nadruk op individueel eigendom van tokens (fungible of non-fungible) niet op gespannen voet met gemeenschappelijk beheer van de middelen? Om nog maar niet te spreken van de ecologische voetafdruk. Waar we een verdienmodel open en eerlijk willen houden past eigenlijk geen DAO of NFT; wel qua gedachtegoed, niet qua implementatie in de huidige blockchain ecosystemen.
Behoefte aan diversiteit van mogelijkheden en relaties
Zoveel kunstenaars, zoveel praktijken, maar er is een beperkt palet aan onlineverdienmodellen. Voor praktijken en collectieven met uiteenlopende vormen van werk is er geen ‘one size fits all’. We moeten uit de rigide platform-jasjes breken.
Na onze verkenning stellen we dat er behoefte is aan een soort Memberships Guide voor MicroMemberships, die inspireert om technische elementen samen te stellen tot een MicroMembership model wat goed aansluit bij de praktijk van makers, met specifieke aandacht voor de ethische overwegingen bij de tech stack. Niet alleen willen we de black box van web monetization openen, ook willen we dat de tech stack voldoet aan de principes van de Public Stack, zoals het waarborgen van onze rechten en publieke waarden.
Bouwblokken voor Public Stack MicroMemberships
Wat is er nodig om voor langere tijd donaties te geven aan collectieven van makers? Dat komt neer op een aantal technische bouwblokken en de sociale relaties die ermee ondersteunt moeten worden. Als we de motorkap van onlineverdienmodellen openen, dan zien we een combinatie van bijvoorbeeld een klantbeheersysteem om lijsten van leden bij te houden, transactieafhandeling tussen verschillende rekeninghouders of accounts in uiteenlopende valuta, een registratiemodule om lidmaatschap te registreren en communicatiekanalen als chat of email om contact te onderhouden met het publiek/de leden. Wellicht hebben makerscollectieven ook behoefte aan software om hen te ondersteunen bij het maken van beslissingen als collectief of de verdeling van middelen. Denk aan oplossingen zoals Cygnet, ontwikkeld door Black Swan Trust om via quadratic voting te bepalen welke projectvoorstellen gezamenlijke middelen naartoe gaan.
Voor al deze bouwblokjes voor MicroMemberships geldt dat de makers keuzes moeten maken over hoe ze met elkaar en hun publiek willen omgaan. Met bovengenoemde elementen worden veel verschillende MicroMembershipconstructies mogelijk gemaakt: van een Patreon-achtige website tot een crowdfundknop in je browser of een chatgroep met een gezamenlijke bankrekening. De keuzes gaan over het type relatie dat je op de voorgrond wil zetten. De kant-en-klare pakketjes zoals aangeboden door bijvoorbeeld Patreon ontnemen makers van de keuzes over het type relatie dat ze met hun publiek willen hebben. Wanneer makers hebben bepaald wat voor relaties ze op de voorgrond willen, dan volgt de opgave om ethische beslissingen te maken over de technische bouwblokken die de relatie moeten ondersteunen.
Wil de oplossing voldoen aan principes van de Public Stack, dan is het van belang technische bouwblokken te selecteren die gebruik maken van open standaarden en open source ontwikkeling en die oog hebben voor publieke waarden als transparantie, privacy en autonomie van gebruikers.
Er zijn eerder handleidingen gepubliceerd om membership-constructies technisch in elkaar te zetten, met name gericht op nieuwsredacties. Zie bijvoorbeeld de Public Media Stack: een gids om nieuwsredacties te helpen om ethische beslissingen te maken over de software die ze gebruiken voor hun praktijk met een hoofdstuk over ‘engagement & monetization’, geïnitieerd door Matt Locke. Of zie The Membership Guide met een sectie over de Tech Stack, opgestart door professor Jay Rosen en De Correspondent. Dat zijn mooie initiatieven, maar de technische bouwblokken die hierin worden voorgesteld laten te wensen over om te voldoen aan principes van de Public Stack. In deze gidsen wordt bijvoorbeeld als pluspunt bij Patreon genoemd dat het prijsmodel helder is. Maar dat prijsmodel houdt in dat de tussenpartij vijf tot twaalf procent van de transacties afroomt, zelfs nu het platform wordt ingezet door meer dan 200.000 makers voor crowdfunding. Ook willen we juist af van het problematische tracken door diensten als Google Analytics, die in de Membership Guide wordt genoemd als optie om inzichten over gebruikers op te doen.
Een overzicht van technische bouwblokken die meer voldoen aan principes van de Public Stack vind je in de spoelkeuken van Public Spaces. Maar er is behoefte aan een uitgebreide gids, met goede opties om een MicroMemberships stack samen te stellen.
We missen nog onderdelen voor de Public Stack Micromemberships gids. Een vraag zit bij het protocol voor transactieafhandeling. Welk protocol maakt het mogelijk voor makers en publiek om onderling (peer-to-peer) kleine periodieke transacties te doen, zonder afroming van een tussenpartij? En dat bovendien beschikbaar is voor een informeel collectief van makers, zonder zakelijke rekening en zonder inhuur van een tussenpartij als Adyen? De Interledger Foundation werkt aan Rafiki, een standaard om valuta uit te wisselen tussen wallets over de hele wereld. De infrastructuur bestaat uit knooppunten die de conversie van de munten doen. De knooppunten zijn niet van de ontwikkelaars van de munten, iedere partij kan zich als knooppunt opwerpen. Het is een interessante poging om decentraal transacties mogelijk te maken tussen organisaties en individuen. Jammer genoeg zien we dat de transactie-afhandelaars allemaal op crypto gebaseerde platforms zijn (zoals Ripple). Deze oplossing voldoet dus nog niet aan onze wensen.
Een andere vraag zit bij de informaliteit van collectieven tegenover de formaliteit van transacties. Een mogelijk antwoord vinden we bij Open Collective. Open Collective biedt een gereedschapskist voor informele grassroots gemeenschappen en open source ontwikkelgemeenschappen om financiering te werven, te voldoen aan juridische eisen voor het ontvangen van subsidies of om geld te beheren. Collectieven kunnen via fiscal hosts donaties of subsidie ontvangen en binnen het collectief verdelen zonder dat ze zelf een formele organisatie hoeven te zijn. De host beheert de donaties die binnenkomen, en zorgt voor boekhouding en belastingzaken. Als de hosts hiervoor een vergoeding vragen van de collectieven die ze ondersteunen, dan ontvangt Open Collective een deel van dat geld. Open Collective laat zien hoe formele organisaties een rol kunnen spelen in het ondersteunen van informele gemeenschappen waar zij mee samenwerken of die ze een warm hart toedragen.
De voorgaande alinea’s zijn wat eerste gedachten over een MicroMemberships-gids. De gids is nog niet compleet. Ook zal de gids nooit een antwoord zijn op alle behoeften van creatieve content makers die willen losbreken van Big Tech: een tech stack voor MicroMemberships biedt een antwoord op zichtbaarheid en vindbaarheid online. Ook blijft het een uitdaging om zonder al te veel technische kennis alle benodigde technische bouwblokken aan elkaar te knopen.
Conclusie
We begonnen een zoektocht naar open en eerlijke onlineverdienmodellen. Weg van Big Tech, weg van platformisering, gericht op samenwerking. De zoektocht leidde ons naar het concept MicroMemberships: langdurige crowdfunding van kleine bedragen naar een los-vast collectief van makers. De diversiteit van maakpraktijken en gemeenschappen deed ons beseffen dat er geen one-size-fits-all oplossing bestaat. Een gids met mogelijke tech stack-elementen zou uitkomst bieden.
We zijn eraan gewend geraakt dat kant-en-klare deeloplossingen of een volledig functionerend product aan ons worden aangeboden. Dat heeft voordelen (gebruiksgemak), maar ook nadelen. Het is niet transparant hoe de technologie precies werkt, wie er winst bij heeft en wiens data te grabbel ligt. Ook dwingt het makers van online content allemaal in een uniforme mal en in competitie met elkaar. Dat zijn niet de relaties die we graag door technologie ondersteund zien.
We benoemden technische bouwblokken om MicroMemberships vorm te geven. Een volgende stap is softwaremodules vinden die voldoen aan principes van de Public Stack: open, eerlijke en inclusief. Dan rest het belangrijkste: het ontwerpen van een MicroMembership-model dat aansluit bij de wensen van een collectief en de relaties die zij met elkaar en hun publiek aan willen gaan. We stellen voor om van de uniformiteit af te stappen en technologie weer naar onze hand te zetten. Met diversiteit en ruimte voor rommeligheid bieden we een echt tegenwicht tegen platformisering.