Ons o zo virtuele internet heeft een enorme fysieke footprint. Alle mails, webpagina’s, tweets en appjes maken gebruik van datacenters waar honderdduizenden computers en miljoenen schijven staan te brommen. Daarbij worden ze flink warm, en omdat ze daar slecht tegen kunnen worden ze gekoeld door een straffe airconditioning. De energie die daarmee jaarlijks wordt gebruikt is enorm en groeit snel.
40 miljoen ton e-waste
In 2011 is in Berkeley (VS) uitgezocht om hoeveel energie het precies gaat. De onderzoekers namen aan dat het internet bestond uit 750 miljoen desktop computers, 750 miljoen laptops, 1 miljard smartphones en in totaal 100 miljoen servers. Alle elektrische energie die daarmee wordt verbruikt telt op tot naar schatting 84 tot 143 Gigawatt, ofwel zo’n 3 tot 6% van het wereldwijde totaal – geen onaanzienlijk getal voor een sector die twintig jaar geleden nog niet bestond. En dan heb ik het nog niet over de hardware, de computers zelf die uit componenten bestaan die op hun beurt met veel energie worden gemaakt, vervoerd, geassembleerd en ontmanteld.
De Verenigde Naties schatten in 2007 dat er jaarlijks 40 miljoen ton elektronische afval, ofwel e-waste wordt geproduceerd. Veel ervan is in potentie waardevol en kan worden hergebruikt mits het recyclen op een verantwoorde manier gebeurt. Dit wordt vaak te duur gevonden en daarom vindt veel e-waste zijn weg naar stortplaatsen of lage lonenlanden waar vaak handmatig en zonder voldoende bescherming wordt gerecycled.
Toename van slimme apparaten = toename e-waste
Natuurlijk – het gebruik van internet spaart ook veel e-waste en energie uit. Mails namen de plaats in van brieven met hun veel grotere footprint; cd en dvd hebben hun langste tijd gehad nu we films, games en muziek streamen, en videoconferencing vervangt een deel van de zakelijke reizen. Communicatie is sneller, eenvoudiger en goedkoper geworden en vrijwel niemand wil nog terug naar het analoge tijdperk. Met de komst van de Cloud neemt het aantal servers wereldwijd zelfs af – steeds meer bedrijven doen hun lokale serverpark de deur uit en hosten hun data en programma’s in datacentra. Die worden groter en in theorie steeds efficiënter.
Toch is er reden tot zorg. De totale hoeveelheid data verdubbelt elke twee jaar. Maar liefst 90% van alle e-mails is spam. Wi-Fi, en straks ook 4G, zijn veel minder energie-efficiënt dan vaste verbindingen (dat kabeltje, weet je nog?). Datacentra zijn over het algemeen verre van efficiënt, en data zelf worden op meer en meer plekken opgeslagen om te voorkomen dat ze verloren gaan. Tenslotte komen er binnenkort ontelbare slimme apparaten online die draadloos met elkaar zullen communiceren – denk aan auto’s, koelkasten, horloges en brillen. Hun virtuele gekwetter zal oorverdovend zijn; hun energiegebruik en e-waste aanzienlijk.
De keuze is aan jou
Wat te doen? Als altijd bij moeilijke dossiers gaat het om grote, structurele ingrepen en kleine, persoonlijke keuzes, die elkaar versterken. Fossiele brandstoffen moeten een reële prijs krijgen, waardoor hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en efficiëntie omhoog gaat. Spam en ander misbruik zal internationaal moeten worden bestreden. Maar ook zelf kun je iets doen. Is het wel nodig om al je oude files (online) te bewaren totdat je ze niet meer kunt afspelen (en vaak zelfs veel langer)? Kies je een groene provider, die oog heeft voor het milieu? Heb je, als je ergens zit te werken, echt Wi-Fi nodig, of gebruik je een kabel? En als je je computer of telefoon vervangt, wordt die dan fair? Aan jou de keuze – maak er gebruik van.
Deze column werd eerder geplaatst op de blog Stadsleven van Tracy Metz. De afbeelding bij deze column is een werk van de Britse kunstenaar Nick Gentry die werkt met gerecyclede floppy-disks en zo op een slimme manier e-waste tegengaat.