Drie mensen geëngageerd in gesprek tijdens een avond georganiseerd door de Groene Amsterdammer en Waag Futurelab. Een Vrouw met donker haar staat in het midden van de foto te luisteren naar een man die met zijn rug naar de camera toestaat. Links staat ook een vrouw met haar rug naar de camera.
Waag Futurelab / Lotte Dale BY-NC-ND

Digitalisering in verkiezingsprogramma's: wie grijpt er in tegen big tech?

Vorige maand publiceerden wij vier belangrijke punten die we graag terugzien in de verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2025. Nu maken we de balans op: we hebben de programma’s van twaalf partijen onder de loep genomen om te zien in hoeverre onze aanbevelingen zijn overgenomen. 

Wat opvalt: digitalisering krijgt een steeds prominentere plek op de politieke agenda. Thema’s als kunstmatige intelligentie, digitale autonomie, dataveiligheid en transparantie raken immers direct aan onze democratie, economie en privacy. Waar sommige partijen kiezen voor investeren zonder veel beperkingen, pleiten andere juist voor stevige publieke regie op technologie.

GL-PvdA, SP, PvdD en Volt: Technologie in dienst van mens en maatschappij

De meest uitgesproken digitale visie komt van GroenLinks-PvdA, die in hun programma een uitgebreid hoofdstuk wijden aan digitalisering. GL-PvdA erkent de voordelen van technologische vooruitgang, maar stelt daarbij kritische vragen: wie profiteert er écht van, en wie blijft er achter? De partij waarschuwt voor de risico’s van algoritmes, de invloed van techreuzen en de gevolgen voor werknemers en het milieu.

GL-PvdA pleit voor een Europees Civiel Techfonds, investeringen in Europese digitale diensten, en een sterkere rol voor toezichthouders. De digitale overheid moet toegankelijk zijn voor iedereen, en publieke waarden moeten voorop staan. Hiermee zet GL-PvdA stevig in op digitale autonomie, inclusie en transparantie. Ook benoemt zij expliciet dat er ingezet moet worden op alternatieve sociale media.

Voor een goed functionerende democratie is een goede online publieke sfeer noodzakelijk. Daarom komt er meer aandacht voor een waardengedreven publieke digitale ruimte via alternatieve sociale media.
- Verkiezingsprogramma GroenLinks-PvdA

Ook de SP kiest voor een stevige publieke lijn. De partij benoemt het bestrijden van surveillancekapitalisme en wil strengere regels voor bedrijven: het moet verboden worden om zonder noodzaak persoonlijke data te verzamelen, en verslavende elementen in sociale media moeten verdwijnen. Daarnaast pleit ook de SP voor publieke alternatieven voor sociale media onder democratische controle.

De Partij voor de Dieren laat zien dat technologie ook een ecologisch en ethisch vraagstuk is. Digitale soevereiniteit, open en veilige infrastructuren, en een terugvaloptie naar analoge systemen bij vitale diensten staan centraal. Technologie mag volgens PvdD nooit enkel ten dienste staan van winst of macht, maar moet transparant en controleerbaar zijn. Ook pleit de PvdD ervoor dat de overheid investeert in technologie.

Volt, ten slotte, pleit voor een fundamenteel andere digitale overheid. Er moet een minister van digitale zaken komen, algoritmes moeten openbaar zijn, en burgers moeten precies weten welke gegevens waar worden opgeslagen. Volt wil technologie benutten om de overheid toegankelijker en effectiever te maken, maar onder strikte voorwaarden van openheid, controle en burgerrechten.

PVV en VVD: eenzijdige blik op technologie

Niet alle partijen leggen dezelfde accenten. De PVV, die zich in haar programma vooral richt op immigratie en veiligheid, laat digitalisering vrijwel volledig links liggen. Urgente digitale thema's zoals digitale autonomie, algoritmische transparantie of bescherming tegen big tech worden niet besproken. Wat wél opvalt, is een zorgelijke passage over het demonstratierecht: de PVV wil groepen als Extinction Rebellion, Antifa en "pro-Hamasgroepen" als ‘terroristische organisaties’ verbieden. Zo'n oproep raakt direct aan fundamentele (ook digitale) burgerrechten zoals vrijheid van meningsuiting en organisatie, kernwaarden in een open, digitale samenleving.

De VVD neemt juist een tegenovergestelde positie in: de partij toont groot vertrouwen in kunstmatige intelligentie en digitale technologieën als motor voor economische groei. In het programma wordt gepleit voor forse investeringen in AI, zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid. Er is lof voor de efficiency die technologie kan bieden, die vooral ten goede moet komen aan veiligheids- en inlichtingendiensten.

Maar opvallend is wat er níet in het programma staat: er is geen aandacht voor privacy, digitale burgerrechten of ethische grenzen aan AI-gebruik. Er worden geen beperkingen voorgesteld voor techbedrijven, geen regels over dataverzameling, en geen maatregelen om algoritmische discriminatie te voorkomen. Daarmee lijkt de VVD technologie vooral als economisch instrument te zien, zonder de risico’s voor onze democratie, veiligheid en gelijkheid serieus te nemen.

Digitalisering als democratisch strijdtoneel

Met de opkomst van meer autoritaire en rechtse partijen en een trits aan big tech CEO's die zich schikken naar de agenda van leiders als Trump, is het niet verstandig om de regie op digitalisering los te laten. Het is goed om te zien dat partijen als GL-PVDA, SP en PvdD kritisch zijn en maatregelen noemen om onze privacy en democratie te beschermen. Wat bij deze programma's nog wel aandacht verdient, is dat de technologie écht in publieke handen moet blijven. Zo pleitten we bijvoorbeeld voor maatschappelijke moderatie van sociale media, en meer gebruik van bedrijfsstructuren waarbij de missie wordt bewaakt door betrokkenen in plaats van aandeelhouders.

Er zijn nog zes weken te gaan voordat we onze gang naar de stembus maken. Wat stem jij? En welke standpunten vind jij belangrijk als het aankomt op onze digitale toekomst? Discussieer mee via onze Mastodon-instance op waag.social!

Metadata