De publicatie van de Snowden files heeft wereldwijd geleid tot interesse in de achterkant van het internet. Dat is hoopgevend. Stap-voor-stap worden mensen beter geïnformeerd en wordt de problematische kant van de technologische cultuur het gesprek van de dag. Het besef dat onze privacy en soevereiniteit op het spel staat begint door te dringen in de dagelijkse routines. Kinderen plakken de camera’s af van hun computers, omdat ze bang zijn ongewenst gefilmd te worden. Social media-verslaafden overwegen te stoppen met Facebook, omdat ze niet misbruikt willen worden door aandeelhouders. En journalisten zijn zich grommend gaan verdiepen in encryptie, omdat hun correspondentie niet meer veilig is voor NSA en de AIVD. Wereldwijd is een beweging op gang gekomen die het internet wil fixen door open hardware, encryptie en privacy by design toe te passen.
Technologie zit in alle vezels van onze cultuur. Willen we grip kunnen houden op onze slimme omgeving, dan zullen we technologisch geletterd moeten zijn. Dat gaat verder dan mediawijs zijn. Er zijn veel programma’s die gericht zijn om de consument goed te laten ‘lezen’. Maar geletterdheid betekent dat je ook kunt schrijven. Dat je de basale vaardigheden hebt om te kunnen bijdragen. In het domein van de technologie betekent het dat je ook moet leren programmeren. Of, misschien iets minder beangstigend voor de gemiddelde technofobe burger: dat je moet leren digitaal te knutselen.
Participeren
Kennis van technologie is niet alleen belangrijk voor jongeren. Het is voor iedere burger essentieel om volwaardig te kunnen participeren in de slimme steden die we ontwikkelen. Bijvoorbeeld om te begrijpen wat die slimme meter doet in je huis, wat de e-call doos in je auto doet die vanaf 2016 verplicht is, op welke wijze algoritmes bepalen wat je wel of niet op het internet kunt vinden en hoe je gadgets kunt repareren of zelf maken. Het zijn vragen van alle dag.
Het is een grote opgave om dat technologische bewustzijn in onze samenleving te vergroten. Niet alleen bij jongeren. Ook bij beleidsmakers, leerkrachten, ondernemers, professionals, burgers. Hoe kunnen we mensen laten zien dat programmeren en technologie leuk is en dat het in hun eigen vermogen ligt om er actief bij betrokken te zijn? De missie die Waag zich heeft gesteld is dat te doen door creativiteit, verbeelding en sociale relevantie met technologie te verbinden. Door ruimte te geven aan nieuwsgierigheid en artistiek onderzoek.
Onze rol
Waag is opgezet met het idee om mensen zelf mee te laten ‘programmeren’ aan de technologische cultuur. Daarvoor annexeert het opkomende technologieën en maakt ze toegankelijk voor het publiek. Twintig jaar geleden startte het avontuur met De Digitale Stad, waarmee het internet met een aansprekende metafoor en publiek werd ontsloten. Amsterdam was daarmee wereldwijd een pionier, waarbij burgers zelf het internet bouwden. Waag heeft serious gaming, locative media, digitale fabricatie en open data op de kaart gezet. Nu pioniert Waag ook op het gebied van neuro- en biotechnologie door het betrekken van kunstenaars en ontwerpers. In de Waag op de Nieuwmarkt is het Fablab Amsterdam gehuisvest waar digitale fabricatie, kennis van hardware, software en elektrotechniek samen komt met creativiteit en ambacht. Het Fablab Amsterdam is onderdeel van het wereldwijde netwerk dat zijn origine kent bij het befaamde MIT, Center for Bits & Atoms.
Vanuit het Fablab is een aantal educatieve programma’s gestart die gebaseerd zijn op het principe ‘leren door te maken’, zodat mensen technologie niet alleen leren lezen, maar ook leren schrijven. Daarbij staat de verbeelding en creativiteit centraal.
Onderzoek en betekenis
Intuïtief en nieuwsgierigheids-gedreven onderzoek van kunstenaars, ontwerpers en wetenschappers staat bij Waag voorop. Zij weten als geen ander technologie te bevragen, de onderste steen boven te krijgen, heilige huisjes omver te werpen, verbeelding en fantasie te prikkelen, onverwachte verbindingen tot stand te brengen en bovenal op zoek te gaan naar betekenis.
Waag gelooft dat inventies, nieuwsgierigheid en kritische bevraging aan de basis staan van verandering. Kunst en wetenschap en wereldverbeteraars gaan daar hand in hand. Maar innovatie komt pas tot stand als de inventies ook geïmplementeerd worden in bestaande systemen. En daar gaat het vaak mis. Nieuwe inzichten en nieuwe technologieën zijn vaak disruptief en organisaties staan niet altijd open voor verregaande veranderingen.
Daarom richt Waag zich op een gezamenlijke ontwerppraktijk waar maatschappelijke vraagstukken, betrokken gebruikers en het persoonlijke handschrift van kunstenaars, wetenschappers en ontwerpers samenkomen. Het is in dit samenspel dat Waag haar unieke kracht heeft ontwikkeld. Ze opereert in een groot netwerk van individuele makers en weet de brug te slaan naar de wereld van instituties.