Wat weet de overheid over mij? Die vraag stelde ik een aantal weken geleden toen ik een stapel brieven (gegenereerd door Bits of Freedom's Privacy Inzage Machine) verstuurde naar twintig (semi)overheidsinstellingen met het verzoek tot inzage in mijn persoonsgegevens. Inmiddels heb ik van driekwart een reactie mogen ontvangen.
De reacties op mijn verzoeken lopen tot nu toe sterk uiteen. Van Trans Link Systems, het bedrijf achter de OV-chipkaart, ontving ik een pakket met een overzicht van al mijn transacties van de afgelopen 18 maanden, terwijl ik van het UWV een korte lijst met algemene gegevens kreeg. Van mijn zorgverzekeraar kreeg ik helemaal geen gegevens, enkel een beknopte brief met de melding dat zij de persoonsgegevens met die van de gemeentelijke basisadministratie linken en dat ze er zorgvuldig mee omgaan. Daar moet ik ze dan maar op vertrouwen. Gelukkig bieden zij net als steeds meer andere instellingen wel de mogelijkheid om mijn gegevens online in te zien.
De AIVD kon mij helaas geen inzage verschaffen in de actuele gegevens die ze mogelijk van mij zouden verwerken, maar wel wisten ze mij te melden dat ze, na “grondig archiefonderzoek”, geen niet-actuele gegevens van mij hebben aangetroffen. Veel meer transparantie kan ik van een geheime dienst uiteraard niet verwachten.
Verder kreeg ik van de gemeente Haarlem en de politie netjes een bevestiging dat mijn brief is aangekomen en dat ik binnen “redelijke termijn” antwoord kan verwachten. Ik wacht al ruim een maand. Van de Belastingdienst, de Sociale Verzekeringsbank en het Centraal Justitieel Incasso Bureau heb ik nog helemaal niets ontvangen. Aangezien de wettelijke termijn van vier weken is verstreken, heb ik, zoals het College Bescherming Persoonsgegevens mij adviseerde te doen, hen allen een klacht gestuurd. Hopelijk krijg ik alsnog een reactie.
Mijn telecomprovider, T-Mobile, is een verhaal apart. Natuurlijk is T-Mobile geen overheidsinstelling, maar dit bedrijf vervult wel een dienst voor de overheid omdat het een bewaarplicht heeft. De wet verplicht telecomproviders om internet- en telefoniegebruik gedurende respectievelijk zes en twaalf maanden te bewaren zodat deze kunnen worden gebruikt voor strafrechtelijk onderzoek. Echter, als antwoord op mijn inzageverzoek kreeg ik van T-Mobile enkel wat standaard klantgegevens en een lijst met oninteressante geautomatiseerde smsjes. Nadat ik in een vervolgbrief vroeg waar mijn verkeers- en locatiegegevens waren lieten ze mij per mail weten dat ik slechts van tien dagen mijn gegevens mocht inzien, want “anders zou T-Mobile steeds bergen aan informatie moeten overdragen.” Dit verzoek is nog steeds in behandeling.
Uit het feit dat er zo uiteenlopend wordt gereageerd blijkt dat het niet altijd even makkelijk is om aan mijn inzageverzoeken te voldoen. Ik krijg het gevoel dat dergelijke verzoeken als lastig worden ervaren en dat de behandeling ervan vaak zoveel mogelijk wordt uitgesteld of beperkt. En ja, hoeveel mensen dienen nu eigenlijk zulke verzoeken in? Het recht op inzage blijkt al met al niet heel veel voor te stellen.
Met mijn verzoeken hoopte ik meer inzicht te krijgen in hoe en wat voor persoonlijke gegevens liggen opgeslagen bij de overheid, maar dat is tot nu toe nog maar matig gelukt. Zoals ik in mijn vorige blogpost schreef liggen onze gegevens versnipperd over veel verschillende instanties en bedrijven waardoor een overzicht moeilijk te krijgen is. Op onderstaande afbeelding heb ik geprobeerd deze versnippering in kaart te brengen.
Hierop zijn de verschillende sectoren te zien inclusief enkele bijbehorende instanties. Daartussen loopt een wirwar aan connecties die gegevensuitwisselingen weergeven, met de basisadministratie van de gemeente als middelpunt. Het biedt een chaotisch beeld en dat is ook precies wat ik ervaar in mijn zoektocht naar het antwoord op de vraag wat de overheid van mij weet.
Daarom ga ik met verder onderzoek proberen hier een zo concreet mogelijk antwoord op te vinden. Daarbij werk ik momenteel aan een tool die uiteindelijk de verschillende datastromen en overheidsdatabases met persoonsgegevens op een heldere en interactieve manier in kaart moet brengen.