Uit recent onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat bij de huishoudens die een slimme meter hebben, de energiebesparing achterblijft. Deze blijft steken op gemiddeld nog geen 1%, terwijl de verwachting was dat deze huishoudens zo'n 3,5% minder energie zouden gaan gebruiken.
Dat valt eigenlijk nog mee. Want anders dan bijvoorbeeld in Groot-Brittannië krijg je in Nederland geen display meegeleverd, waarop je je energieverbruik kunt volgen. Daarvoor moet je extra betalen, en Nederlanders kennende, zullen niet veel mensen dat doen.
Er is dus wel een slimme meter geplaatst, maar wie neemt regelmatig een kijkje in de meterkast? Het levert dus zoiets op als ruwe data zonder visualisatie. Die ene procent besparing moet dan alleen komen van de tweemaandelijkse rapportage die de energieleverancier stuurt (en hopelijk zinvolle vergelijkingen bevat). Die rapportage zegt niets over welk apparaat gisteren zo'n hoog gebruik tot gevolg had.
Nadat al een kwart van de meters is geplaatst komt het PBL nu met een aanbeveling om het huidige beleid aan te passen: "Een kansrijke optie is om, naast de uitrol van de slimme meter, te beginnen met een programma dat experimenteert met de inzet van energieverbruiksmanagers zoals in-home displays." Tja, dat had ook van tevoren bedacht kunnen worden. Je vraagt je af: er is toch met gebruikers getest, daar komen dat soort dingen dan toch uit?
