Matthew Henry
Matthew Henry ©

Stel je voor: Digitale openbare ruimtes

Stel je een wereld voor waarin je niet online wordt gevolgd. Je kunt een bericht naar een vriend sturen en weten dat niemand anders (zelfs geen robot) het zal zien. Je kunt anoniem publiceren op een digitaal prikbord en zelfs de code van dat prikbord zelf controleren als je zeker wilt weten dat je privacy door het ontwerp wordt beschermd. Als je een probleem hebt met hoe je gegevens worden gebruikt of hoe je digitale identiteit wordt gedefinieerd, heb je de macht en het recht om deze te wijzigen. Als het nodig is, kunt je zelfs stemmen om de manier waarop deze wereld werkt te veranderen. Stel je een wereld voor met digitale openbare ruimtes – waar je wordt behandeld als een persoon met mensenrechten in plaats van een onderwerp of consument.

Op dit moment is de wereld anders. Er zijn geen digitale openbare ruimtes. In plaats daarvan worden de regels van de online ruimte (die zouden moeten worden gecreëerd door de samenleving en democratische regeringen) bepaald door particuliere bedrijven. Veel van de rechten die we zouden verwachten te hebben in Europese openbare ruimtes – het recht op vrijheid van meningsuiting of rechten op toegang tot en gebruik van een openbare ruimte – worden niet gegarandeerd door de websites die we gebruiken, omdat het privéruimtes zijn. We worden gevolgd en verhandeld in een onzichtbaar, winstgedreven netwerk waar toezicht het bedrijfsmodel is. Algoritmen bepalen wat we (niet) zullen tegenkomen, en er is geen manier om precies te weten hoe ze werken. In deze wereld worden persoonlijke verbindingen verbroken door muren en bubbels, en de waarheid is relatief ten opzichte van wat bedrijven ons laten zien.

Dit alles vormt een bedreiging voor de democratie en de mensenrechten, vooral nu ons leven steeds meer online plaatsvindt. We moeten digitale Europese openbare ruimtes bouwen, en dit vereist een inspanning die verder gaat dan een enkele persoon, groep of organisatie. Deze taak vereist een ecosysteem waarin infrastructuur, hardware, software, ontwerp, bestuur en mensen samen komen. Voortbouwend op een gedeelde fundering, kunnen we de rechten die we online zijn kwijtgeraakt terugwinnen, de rechten die we al hebben afdwingen en gaandeweg nieuwe rechten en sterkere bescherming verwerven.

Mensen werken al aan delen hiervan: voorstanders van civic tech en open-source-ontwikkelaars creëren eerlijke technologie; de beweging voor digitale rechten, politieke activisten en strategen vergroten het bewustzijn en pleiten voor verandering. Maar tot nu toe zijn de stukjes van deze gigantische puzzel uitgespreid (en in het ergste geval dupliceren ze elkaar of concurreren ze met elkaar).

In lijn met het PublicSpaces initiatief brengen we deze onderdelen samen om digitale Europese openbare ruimtes een realiteit te maken, door een divers netwerk van mensen en organisaties op te bouwen die elk op hun eigen manier bijdragen aan dit gedeelde doel. In de komende zes maanden zullen we inzichten verzamelen van mensen zoals jij, nuttige bronnen ontwikkelen en delen om de complexiteit en nuances rond digitale openbare ruimtes te begrijpen, en manieren aanreiken samen met het netwerk dat we gaandeweg opbouwen.

Meer lezen? Voor Lilith Mag schreef programmamanager van PublicSpaces Leonieke Verhoog 'Hoe komen we tot een open en eerlijke publieke ruimte op het internet?'

Wat kun jij doen?

  • Bezoek ons ​​op de PublicSpaces-conferentie op 11 maart voor een openbaar programma en op 12 maart, wanneer we een netwerk van organisaties en ontwikkelaars in kaart brengen die zich inzetten voor een beter internet.
  • gro.gaaw@kcatscilbup om op de hoogte te blijven van de voortgang van DEPS (Digital European Public Spaces).
  • gro.gaaw@kcatscilbup met je antwoorden op deze vragen:
    • Wat zijn de problemen van het niet hebben van digitale openbare ruimtes?
    • Wat zou je graag zien (in termen van gebruikssituaties voor digitale openbare ruimtes)?
    • Wat zijn de mogelijkheden?
    • Hoe kun jij helpen of ben jij al aan het helpen? Wat wil je ervoor terugkrijgen?