Afgelopen vrijdag vond de première van ‘PostNatural Organisms of the European Union’ plaats in Amsterdam bij Waag. Deze tentoonstelling is een project van biokunstenaar en directeur van het Center for PostNatural History (CPNH) Rich Pell.
PostNatural Organisms of the European Union is een collectie van organismen die expres door de mens zijn aangepast, variërend van gedomesticeerde huisdieren, agrarische zaden van het Noorse Svalbard global seed vault, alcoholische ratten, muizen met aangepaste Hox genen, de rode canarie (de eerste genetische gemodificeerde soort) en transgene muggen die malaria moeten bevechten.
Postnatuurlijke soorten
De installatie in het Theatrum Anatomicum van de Waag informeert het publiek over het groeiende tempo waarmee de mens organismen om zich heen aanpast. We zijn al millennia lang bekend met domesticatie van dieren, maar doordat we steeds afhankelijker zijn van deze soorten beschikken we ook over steeds meer informatie omtrent het overschrijden van genetische grenzen door genetische informatie van verschillende soorten samen te voegen, zoals bacteriën en virussen.
Rich Pell kijk naar de vaak jonge geschiedenis van postnatuurlijke soorten, niet alleen naar de technologische innovatie, maar ook naar de manier waarop we naar deze organismen kijken vanuit een cultureel perspectief; wat voor een soort maatschappij vertegenwoordigen ze en wat is onze reactie op de esthetiek van deze soorten?
Next nature?
Tijdens het openingsprogramma werden Koert van Mensvoort van het Next Nature netwerk en schrijver en essayist Tijs Goldschmidt uitgenodigd om te reflecteren op het Europese werk van CPNH. Het panel besprak gelijkenissen tussen soortenzwermen (Goldschmidt’s onderzoeksveld als bioloog aan het Victoriameer in Uganda) en het plotselinge evolutionaire ontstaan van genetisch gemodificeerde organismen (GGO's). Ook het verschil tussen de ‘post’, ‘next’ en ‘second’ relatie van de mens tot de natuur waarvan hij zowel deel uitmaakt als zich van onderscheidt kwam aan de orde.
De discussie eindige in een gesprek over de positieve en negatieve aspecten van GGO’s. Rich Pell neemt hierover geen standpunt in en laat het over aan het publiek. Zijn collectie presenteert echter wel een kritische blik op de industrie en de culturele, economische en ecologische consequenties die GGO's mogelijk hebben. Koert van Mensvoort sprak zijn enthousiasme uit over de mogelijkheden die biotechnologie biedt voor de maatschappij. Volgens hem is er een specifiek ras van organisamen dat we moeten aanpassen, namelijk die van grote bedrijven.
Tijdens de finissage gaat Rich Pell in gesprek met Paul van Krimpenfort (Nederlands Kankerinstituut), de wetenschapper die verantwoordelijk was voor het ‘maken’ van stier Herman.