Om de maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden, moeten we het innovatiepotentieel van de hele samenleving benutten. Ontwerpdenken en creativiteit zijn doorslaggevend bij de acceptatie van innovatieve toepassingen en technologie. Het gaat er tenslotte om mensen aan te zetten tot duurzaam gedrag.
We hebben het einde van de Maya kalender overleefd, maar de vraagstukken waar we als samenleving mee geconfronteerd worden, blijven een dreigend perspectief. Vergrijzing, klimaatverandering en financiële crisis verdwijnen niet door op de oude voet verder te gaan. We verwachten veel van nieuwe technologieën. Die kunnen helpen om langer gezond te blijven en efficiënter om te gaan met onze grondstoffen en de productie van voedsel. We moeten die technologie ook zo gaan ontwerpen dat het ons aanzet tot ander gedrag. De belangrijkste innovatie zal moeten komen van gedragsverandering. De tijd van ongebreideld consumentisme is voorbij. We zullen een andere manier moeten vinden om onze levens in te richten, onze dromen na te jagen en, misschien wel het belangrijkste, de aarde te beheren. Dit vraagt om een andere kijk op innovatie. Het gaat niet langer uitsluitend om technologische innovatie, maar ook om sociale innovatie.
Nieuwe arrangementen
Sociale innovatie is een begrip dat de afgelopen jaren steeds vaker wordt gebruikt om de nieuwe strategieën, concepten, ideeën en organisaties te beschrijven die een oplossing trachten te bieden voor grote maatschappelijke uitdagingen. Uitgangspunt daarbij is dat we het innovatieve potentieel van de hele samenleving moeten activeren en dat ‘ontwerpdenken’ en creativiteit belangrijke grondstoffen zijn voor succes. Bij sociale innovatie gaat het om nieuwe arrangementen tussen grote instituties die vaak hiërarchisch en verticaal georganiseerd zijn en kleine, wendbare organisaties en individuen die gewend zijn om te opereren in horizontale, gedistribueerde netwerken. Die samenwerking is in zichzelf al de moeite waard.
Door de belevingswereld van de mens centraal te stellen kunnen we tot innovaties komen die een gewenst effect hebben op gedrag. Daar zijn mooie begrippen voor in omloop: co-creatie, users as designers, design thinking, cross-overs. De creatieve industrie speelt een belangrijke rol in deze nieuwe processen. Ontwerpers en kunstenaars hebben tenslotte veel kennis over beleving en gedrag en zijn experts in creatieve processen. Ze zijn een onmisbare schakel in sociale innovatie.
Maatschappelijke uitdagingen
In het Sociale Innovatie manifest is een aanzet gegeven voor een nieuw innovatiebeleid. Belangrijke aanbeveling is om niet afzonderlijke sectoren en industrieën als uitgangspunt te nemen, maar maatschappelijke uitdagingen.
Daarvoor kunnen de Europese Grand Societal Challenges als uitgangspunt genomen worden, waaronder: aging population, climate change, creativity & education, active citizenship, balancing security & privacy. Door deze uitdagingen centraal te stellen, wordt maximaal ingezet op het mobiliseren van transdisciplinaire samenwerking en onverwachte combinaties. Multidisciplinaire samenwerkingsverbanden zijn essentieel bij het inspelen op hedendaagse, complexe maatschappelijke uitdagingen waar afzonderlijke disciplines geen volledig antwoord op kunnen geven. Dit vergt een andere rol van de overheid, die als opdrachtgever ook gebruik zou moeten gaan maken van creatieve processen en ontwerpdenken. Bijvoorbeeld bij het ontwerp van informatiesystemen als slimme meters, het elektronisch patiëntendossier en de ov-chipkaart. Door dat niet uitsluitend te zien als een technologische opgave, maar als systemen waarmee we gedrag ontwerpen, kun je er in het ontwerpproces voor zorgen dat mensen het resultaat vertrouwen en accepteren. Nu zitten we met systemen die uiteindelijk niet geïmplementeerd kunnen worden omdat ze weerstand oproepen.
Tempo opvoeren
De belangrijkste reden om te komen tot een nieuw innovatiebeleid is dat de innovatiecyclus steeds sneller wordt. Innovatie vindt plaats in een permanent iteratief open proces. Het is daarom niet verwonderlijk dat innovaties uit horizontale, gedistribueerde netwerken voortkomen en niet meer uitsluitend uit de kennisinstellingen en researchlabs van grote bedrijven. De huidige innovatieprogramma’s zijn niet ingericht op de kort-cyclische dynamiek. Laat staan dat ze open staan voor creatief onderzoek en ontwikkeling door kleine bedrijven en zzp-ers. De topsector Creatieve Industrie heeft met het clicknl onderzoeksprogramma een goede basis gelegd. Het is nu tijd om ook nieuwe instrumenten te ontwikkelen zodat we maximaal kunnen profiteren van het creatieve potentieel in Nederland.
(Dit essay verscheen eerder in Crossover Works #1, januari 2013, uitgave Federatie Dutch Creative Industries.)