Michiel interview
Kamala Saraswathi ©
for the future

‘Honderden mensen zijn betrokken bij die ene boterham in de toekomst’

Michiel Bussink is schrijver van onder meer ‘Eten uit de buurt’, denker op het gebied van voedsel, notenteler en coördinator van Land van Ons Lettele. Waag sprak hem over manieren om de voedselketen te verkorten, over de verantwoordelijkheid van de burger in duurzame landbouw, en - natuurlijk - over eten. Meedenken over de toekomst van ons voedsel? Loop dan de landwandeling


Wanneer je een brood koopt bij de supermarkt, heb je vaak geen idee waar de ingrediënten vandaan komen. Achter een stuk brood schuilt een voedselketen, waarin verschillende partijen, belangen en ecologische lagen een rol spelen. Zo kan het graan voor jouw brood zomaar uit Oekraïne of Canada komen, omdat daar op dat moment de prijs het laagst is. We spreken erover met Michiel Bussink, iemand die al langer bezig is met het verkorten van de voedselketen, met een kleiner en aantal actoren die elkaar bovendien zoveel mogelijk kennen. 'Op dit moment zijn honderden mensen over de hele wereld betrokken bij die ene boterham, met als gevolg dat niemand zich verantwoordelijk voelt.’

Hoe kun je met kleine aanpassingen in je leven zelf bijdragen aan het verkorten van de voedselketen?

Ha Michiel, waar komt je interesse in voedsel vandaan?

’Mijn aandacht voor gezond en lekker eten heb ik van huis uit meegekregen. Mijn moeder was docent huishoudkunde. Ze gaf kooklessen en kon goed koken. Ik at met mijn ouders in jaren ‘70 al in sterrenrestaurants in Frankrijk. Mijn vader heeft altijd een moestuin gehad en mijn oma stond erom bekend dat ze groente en fruit inmaakte.

In de jaren ‘70 en ‘80 waren hongersnoden in de wereld vaak in het nieuws. Het leek me waardevol te bestuderen hoe de honger de wereld uit geholpen kon worden. Ik ben sociale wetenschappen gaan studeren en heb me van daaruit altijd beziggehouden met voedsel en maatschappelijke vraagstukken.

Je geeft aan dat je niet alleen geïnteresseerd bent in culinaire aspecten van eten, maar ook in de sociale, economische, culturele, historische en ecologische dimensies van voedsel.

Tijdens mijn studie verdiepte ik me veel in landbouwproblematiek. Het denken over duurzaamheid stond toen volop in de belangstelling rond de duurzaamheidstop in Brazilië in 1992. Ik ging onder kleinschalige boeren in Zimbabwe onderzoek doen, maar voor ik dat deed, dacht ik: wat weet ik eigenlijk over de landbouw in Nederland? Toen ben ik een dag per week bij een boer gaan werken en heb ik een landbouwkundige cursus gevolgd.

Na mijn afstuderen heb ik eerst bij een landbouwontwikkelingsorganisatie gewerkt en daarna ben ik gaan schrijven - onder meer als redacteur bij een milieutijdschrift.

Milieu is per definitie een groot en zwaar onderwerp: er gaat veel niet goed in de wereld. Als je je daar dagelijks mee bezighoudt, moet je oppassen dat je daar op een gegeven moment niet al te zeer onder gaat lijden. Dat is ook niet zo vruchtbaar, je moet het leven wel blijven vieren. Het mooie is: met goed en lekker eten kun je de wereld veranderen. Ik probeer vooral ook de aantrekkelijke kanten van het groene leven voor het voetlicht te brengen. In 2008 ging ik naar Turijn, voor de tweejaarlijkse ontmoeting van de mondiale de slow food-beweging. Ongelooflijk wat een enorme diversiteit aan vakmanschap er bestaat onder kleinschalige duurzame voedselproducenten, overal op de wereld. Het mooie van de Slow Food beweging is dat die laat zien dat een duurzamere wereld geen kwestie van opoffering is. Er valt juist heel veel kwaliteit van leven te winnen, voornamelijk op het gebied van voedsel en landbouw.

Wat zijn de eerste stappen naar meer duurzame landbouw in Nederland?

Er moet sowieso een einde komen aan intensieve veehouderij. Dat zou al heel wat schelen aan dierenleed, overbemesting, ontbossing, uitputting van bodems en een ongezond eetpatroon. Uiteindelijk moet het hele landbouwbeleid veranderen. Gezonde voeding uit een mooi en natuurrijk landschap met meer in plaats van minder boeren, die bovendien een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen. Dat is het doel. Als we dat met zijn allen willen, dan kunnen we dat regelen. Daarvoor is wel maatschappelijke druk nodig, anders verandert het beleid niet: de politiek laat de oren nu veel te veel hangen naar de belangen van de agrarische industrie, zoals de Rabobank, de supermarkten, de veevoederhandel en de voedselmultinationals.

Wij moeten als maatschappij laten zien dat we op de huidige manier niet langer verder kunnen. En dat er bovendien alternatieven zijn. Zoals het Land van Ons - een prachtig voorbeeld van een initiatief dat ontstaan is vanuit de gedachte: ‘we gaan niet zitten wachten op de politiek. We kopen zelf gewoon land.’ Die beweging waarbij burgers zelf het initiatief nemen, moet groter en sterker worden zodat het beleid er niet langer omheen kan. Daar hoort ook bij dat we als burger meer voor ons voedsel gaan betalen. Voor de meeste mensen is dat geen enkel probleem.

In je boek ‘Eten uit de buurt’ omschrijf je verschillende voordelen van een kortere voedselketen: het is voordeliger, gezonder en lekkerder. Maar je noemt het ook duidelijker en democratischer. Kun je dit toelichten?

Wie heeft het voor het zeggen in de voedselindustrie? Dat is nu heel erg diffuus. Voedselketens zijn lang en ondoorzichtig. Neem als voorbeeld fabrieksbrood. De ingrediënten van dit brood zijn uit de hele wereld afkomstig en niemand weet precies wat waar vandaan komt, en waar precies het geld wordt verdiend. Wie trekken aan de touwtjes? Dat zijn vaak machtige partijen. Achter het brood dat je in de supermarkt koopt zitten anonieme, financieel-economische belangen. Zoals de aandeelhouders van de fabriek, die bepalen hoe de processen verlopen. Waar wordt het graan ingekocht voor het brood van de grote Nederlandse supermarktketen bij jou om de hoek? Dat wordt bepaald aan de hand van waar de prijs op de wereld het laagste is. Het is onderdeel van een bijna ondoorgrondelijk economisch spel, waarbij de maatschappelijke behoefte helemaal niet voorop staat, maar juist op de laagste plek komt.

Bij een kleinere voedselketen is het veel transparanter en duidelijker wie wat wanneer verdient. En dus kun je ook de verschillende ketenpartners erop aanspreken als er dingen niet goed gaan en ze verantwoording moeten afleggen. Dat is misschien wel een van de kernwaarden van democratie: dat mensen verantwoording afleggen en verschillende actoren zeggenschap hebben in het geheel. Dit is veel makkelijker te regelen in een kleine voedselketen, dan in een grote anonieme keten.

Wat zijn jouw tips voor mensen die zelf de voedselketen willen verkleinen en aan de slag willen met lokaal voedsel?

Tip 1: Koop lokaal en van het seizoen

Om te beginnen, moet je anders boodschappen gaan doen. Bedenk niet wat je wilt eten, maar redeneer andersom. Wat zijn producten van het seizoen? Wat is op dat moment verkrijgbaar? Wat voor lekkers zal ik daar eens van gaan maken? Aan het begin van de zomer zijn de doperwten en tuinbonen bijvoorbeeld ontzettend lekker.Ze zijn in Nederland goed verkrijgbaar bij tuinders. Ook als je in de stad woont, op bijvoorbeeld boerenmarkten of via groenten-abonnementen of andere bezorgservices, zoals Hofweb, een samenwerkingsverband van boeren uit de polder. Het aanbod is gebaseerd op het aanbod van boeren uit de omgeving. Deze producten zijn allemaal biologisch en seizoensgebonden. Ga actief op zoek gaan naar lokale, verse en biologische producten en onderzoek waar je deze producten kan kopen. Zo zorg je ervoor dat voedsel zo min mogelijk van ver moet komen en boeren bovendien een eerlijke prijs voor hun producten krijgen.

Het is niet zo dat je nooit voedsel van ver weg zou mogen eten. Sinaasappels en koffiebonen groeien hier nu eenmaal niet. Bekijk het per product, en kies wanneer mogelijk voor producten uit jouw omgeving. Er zijn verschillende onderzoeksrapporten gemaakt die aantonen dat je in verschillende plekken in Nederland in principe heel ver komt met de lokale productie van land- en tuinbouw. We kunnen als land zelfvoorzienend zijn in voedsel, mits we een ander dieet zouden aannemen met meer groente, fruit en noten en minder vlees en zuivel.

Tip 2: Draag actief bij aan natuurvriendelijke landbouw

Word lid van het Land van Ons, een burgerinitiatief dat land opkoopt en aan boeren verhuurt die de biodiversiteit en het landschap herstellen. Word mede-eigenaar van een stukje Nederlandse landbouw en draag bij aan natuurvriendelijke landbouw.

Tip 3: Neem de tijd

Gun jezelf de tijd voor je dagelijkse maaltijd. Veel mensen roepen dat koken veel tijd kost, maar het is maar hoe je het bekijkt. Zo brengen veel mensen tegenwoordig uren door met sociale media. Terwijl goed en gezond eten cruciaal is voor je gezondheid en die van het land. Het is heel bevredigend om daar iets meer tijd aan te besteden. De Amerikaanse journalist Michael Pollan noemt de huidige relatie van de mens met voedsel paradoxaal: kookprogramma’s zijn heel populair, maar mensen koken juist minder. Niks mis met kook-tv, maar je moet dan wel de inspiratie die je er opdoet in de praktijk brengen: ga koken met verse producten uit de buurt, neem er de tijd voor en je wordt gelukkiger.

Om je vast op weg te helpen deelt Michiel drie recepten met producten van het huidige seizoen:

Meer weten?