Waag Futurelab lanceerde een nieuw verbond: Maakschap Amsterdam. Het maakschap presenteert een manifest dat inmiddels al meer dan veertig keer is ondertekend door verschillende makers en maakbedrijven. Bij de lancering van Maakschap Amsterdam in Pakhuis de Zwijger schoven projectontwikkelaars, Gemeente adviseurs en Amsterdamse raadsleden aan om oplossingen te bespreken voor de in steeds grotere getale verdwijnende makers uit de stad. Wat zijn de uitdagingen, wat hebben makers nodig en vooral, waar zitten de oplossingen voor een stad van de toekomst? Het was een avond vol emotie, scherpe bevindingen en hoopvolle initiatieven.
Wat is Maakschap Amsterdam?
Maakschap Amsterdam is een verbond van makers, om kennis te delen en gezamenlijk te lobbyen voor een beter makersbeleid. Er worden evenementen georganiseerd zoals de Open Werkplaats (informeel samenkomen bij steeds een andere werkplaats in Amsterdam), rondetafelgesprekken en circulair makerschap staat centraal.
Maakschap Amsterdam presenteert een manifest met drie speerpunten:
- Betaalbare en betrouwbare werkplekken: door huurcontracten te borgen en te zorgen dat makers de mogelijkheid hebben om te kopen.
- Participatie: betrek makers in participatietrajecten voor stedenbouwkundige plannen.
- Scholing: bevorder en behoud MBO-opleidingen in de stad en creëer meer (toegang tot) circulair maken voor alle lerenden van Amsterdam.
Op maakschapamsterdam.nl kan men het manifest ondertekenen en zich bij het netwerk aansluiten. Het manifest is opgesteld door Waag, Pakhuis de Zwijger, Hout- en Meubileringscollege, Veban, Stichting Hamerkwartier en De Openbare Werkplaats.
Maakschap Amsterdam vertegenwoordigt een oproep aan Gemeente Amsterdam op actief beleid te voeren om makers in de stad te behouden. De nieuwe satelliet locatie van het HMC in de NDSM-loods boven de Grafische Werkplaats Amsterdam is de plek waar Maakschap Amsterdam samenkomt. Deze zal in december 2023 feestelijk worden geopend.
Waarom Maakschap Amsterdam?
Directeur van Waag Marleen Stikker benadrukt de urgentie van het behoud van makers in de stad: ‘Met de opgaven die nu voor ons liggen, bijvoorbeeld de klimaattransitie, is het noodzaak om weerbaar te worden. De kunst van het repareren moet weer een plek krijgen in de samenleving. Stikker geeft aan dat de ‘circulaire opdracht’ (het reduceren van het gebruik van nieuwe grondstoffen onder andere) ons als stad dwingt anders om te gaan met grondstoffen en afval. ‘Deze opgave is voor iedereen en kan niet worden afgeschoven op een paar mensen die zich daar in isolatie mee bezig gaan houden, deze uitdagingen moet worden meegenomen in alle domeinen, en makers spelen een essentiële rol hierin.’
‘Als tegengif voor de alom bekende sprint naar de Zweedse blauw-gele doos in Amsterdam Zuid Oost,’ pleit Stephan Welie (HMC), ‘moet er keihard worden gewerkt aan de zichtbaarheid van makers en ambachten.’ Stikker vult aan dat ook ons perspectief op praktische opleidingen in relatie tot intelligentieniveau is verouderd. ‘Maakkennis en intelligentie van de handen is op dit moment misschien nog wel belangrijker dan waar we ons nu blind op staren: kunstmatige intelligentie,’ aldus Stikker. ‘Daarnaast moet er voor jongeren verschillende leerwegen naast elkaar mogelijk zijn; je moet een universitaire studie kunnen doen maar ook leren maken.’
Elke donderdag (Waag) en elke zaterdag (HMC) zijn de materialenbibliotheek en digitale fabricage labs geopend om zo kennis en machines te delen met de stad. Zowel Waag als HMC openen hun deuren voor beginnende makers. Welie en Stikker roepen op andere instanties ook hun kennis en faciliteiten op te stellen.
De grond als melkkoe
Wat stadsontwikkelaar Marlon Huysmans betreft, is afgelopen jaren een cruciale fout gemaakt bij de afdeling Grond & Ontwikkeling van Gemeente Amsterdam: ‘de grond in Amsterdam is gebruikt als melkkoe.’ ‘De erfpacht,’ vervolgt ze, ‘is verdrievoudigd, maar het uurloon van de maker zeker niet. Er wordt nu ook per verdieping afgerekend. Functies die minder kunnen betalen hebben daar last van. En het is heel simpel voor politici: dat moeten we terugdraaien, terug naar hoe het vroeger was.’
Op het podium in het Pakhuis de Zwijger zitten naast Huysmans ook een ontwikkelaarsmanager van AM Vastgoed, professor transitiemanagement en een ruimtelijk economisch adviseur van Gemeente Amsterdam. Duidelijk is dat er een groot tekort is aan betaalbare werkruimte en te weinig regulatie. Wat is nu de grootste uitdaging in het vraagstuk hoe je makers behoudt in Amsterdam? Geert-Joost Peek, lector gebiedsontwikkeling, signaleert een andere uitdaging: ‘Als die druk op wonen en tegelijkertijd werken behouden wordt, doemt de uitdaging ‘mengen’ op. Mengen houdt in dat maakbedrijven terecht komen in de plint (onderste laag van een gebouw) en woningen op de verdiepingen daarboven. Dat wordt vaak erg duur doordat je bijvoorbeeld erg goed moet isoleren om geluidsoverlast te voorkomen’.
Ruimtelijk economisch adviseur van gemeente Amsterdam, Anke Rolsma, gooit een vraag op die ze zelf ook moeilijk vindt te beantwoorden: ‘de uitdaging voor de gemeente is: hoe stuur je op de betaalbaarheid voor de eindgebruiker van een pand als gemeente? Daar is nu geen beleid voor.’
Geen werkplaats die nog plaats maakt
Peek ziet belang in het stapelen van makers. Dat wil zeggen dat op elke verdieping in een gebouw een ander soort maker een maakbedrijf houdt. Daarnaast pleit Peek voor een ultieme stop op functieverandering bij al bestaande werkplaatsen: ‘geen enkele vierkantemeter werkplaats mag nog verdwijnen vanaf nu!’ zegt hij. De zaal knikt instemmend.
Vastgoedmanager Verschoor vertelt hoe ontwikkelaars vaak meedoen aan prijsvragen, zogenaamde ‘tenders’ die worden uitgezet door bijvoorbeeld de gemeente. Daar wordt bij voorbaat gevraagd om een bepaald aantal procent ruimte voor een maximale huur aan te bieden aan de markt. Die tenders zouden meer uitgezet moeten worden op het gebied van werkruimten, in plaats van alleen maar wonen, zegt Verschoor.
De eerste werkcorporatie van Nederland
Dan betreedt Jaap Schoufour het podium, hij stelt voor om ‘op weg te gaan naar een Amsterdamse Werkcorporatie voor makers en productieve bedrijvigheid’. Namens STIPO (team voor stedelijke ontwikkeling) werkt Schoufour, in opdracht van de gemeente Amsterdam, aan een plan voor een vastgoedorganisatie die moet gaan zorgen voor betaalbare bedrijfsruimte. Het wordt een corporatie die voor bedrijfsruimtes gaat zorgen voor kleine maakbedrijven met een relatief lage huur. Deze nieuwe organisatie zal samen moeten werken met overheid, projectontwikkelaars en beleggers.
Het gros, maar niet iedereen, is enthousiast. Huysmans ziet in het plan van Schoufour een goede beweging, maar is bang dat er te veel aan de strijkstok zal blijven hangen. ‘Dat is het risico als je er nog een ontwikkelbedrijf tussen makers en de gemeente komt te staan. Ik zou graag zien dat Grond & Ontwikkeling, bijna een soort “darkweb” van Amsterdam, nu eindelijk het probleem gaat oplossen. En kan de gemeente niet ook tenders in de markt zetten voor makers zelf?’ aldus Huysmans. Made Up North vertegenwoordigt vakbedrijven op de NDSM en strijd ervoor dat makers zelf worden betrokken bij het ontwerpen van makersdistricten.
Ook komen er vragen uit de zaal: ‘Klopt het dat de gemeente niet wettelijk verplicht is erop toe te zien dat er voldoende werkplaatsen zijn in de stad?’ vraagt een bezoeker. Economisch adviseur van de Gemeente Rolsma: ‘De gemeente is wettelijk verplicht om onder andere scholen en andere openbare ruimten te creëren bij gebiedsontwikkeling, en daarnaast ook te zorgen voor ruimte voor bedrijven. Maar dit laatste laten we over aan de markt. Kantoren en supermarkten komen min of meer vanzelf, maar de maakbedrijven niet. Het is zeer ingewikkeld.’
Voor een complex probleem is maar één oplossing, betoogt stadsontwikkelaar en mede-oprichter van Made Up North Huysmans, ‘Er zit maar één ding op: gezamenlijk aan het complexe vraagstuk beginnen en het niet ontduiken!’.
Gemeenteraadsleden: alleen woorden of ook daden?
Een aantal verschillende Amsterdamse gemeenteraadsleden zitten aan tafel: D66, Volt, PvdA en VVD. De raadsleden bogen zich over de eerdere opgeworpen oplossingen; makers moeten betrokken worden bij bouwkundige plannen en geen vierkante meter werkplaats mag nog van functie veranderen. De raadsleden van de verschillende partijen zijn het over het algemeen vrijwel eens met elkaar. Ze zien in dat er creatieve oplossingen nodig zijn waarbij wonen, werken en scholing plaatsvindt in dezelfde gebouwen. En dat er maatwerk nodig is. Als het gaat om makers behouden in de stad kan het niet alleen maar over vastgoed gaan, de sociaal-maatschappelijke waarde van ambachten moet niet uit het oog verloren worden.
Een aantal makers verliest gedurende de spekvolle avond het geduld, en vindt het nogal veel gepraat. Uit deze frustratie rolt wel een hartelijke uitnodiging. Onder het mom van ‘niet lullen maar poetsten’ nodigt vakman en houtliefhebber Houk van Lier de raadsleden uit om eens op vrijdag bij de werkplaats ‘De Nieuwe Wereld Makers’ langs te komen. De deur staat daar wagenwijd open om te bespreken wat er van al deze mooie plannen dan al is gelukt, en wat nog niet. ‘Wees lief voor de stad’ staat er op zijn shirt, een boodschap die bij de complexe opgaven voor de toekomst van Amsterdam te allen tijde zou moeten dienen als motto.
Hoe nu verder?
Maakschap Amsterdam is nog in volle ontwikkeling. De precieze invulling zal worden vormgegeven door de initiatiefnemers Waag, HMC en Pakhuis de Zwijger, samen met de betrokken partijen: VEBAN, Made Up North, De Openbare Werkpaats en Stichting Het Hamerkwartier.
Vind jij dit interessant en wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen van Maakschap Amsterdam? Ga naar maakschap.nl en onderteken het manifest. En bekijk de video-opname van de avond in Pakhuis de Zwijger.