Centrinno

In het Europese project Centrinno staat de waarde van makerschap in de stad centraal. Negen steden, waaronder Amsterdam, werken samen om tot nieuwe strategieën en werkwijzen te komen rond inclusieve en duurzame gebiedsontwikkeling waarin makers een duidelijke plek hebben. 

Makerschap is altijd een belangrijk element geweest in het narratief van Amsterdam, maar met de globalisering verloor Amsterdam - zoals de meeste Europese steden - een groot deel van de productiecapaciteit en ging het over op een kennis- en diensteneconomie. Tegelijkertijd leunt de stad, om weerbaar te blijven in het licht van uitdagingen als de energietransitie en de enorme vraag naar woningen, zwaar op makers.

Waag is partner in Centrinno en coördineert de pilots in negen Europese steden. Amsterdam is zelf ook een pilotlocatie. Hierin werkt Waag samen met Pakhuis de Zwijger en HMC (Hout- en Meubileringscollege) en een grote groep makers en makerscollectieven aan het versterken van het bestaande netwerk van makers in Amsterdam. Het project sluit aan bij de Fab City-agenda – waarin steden worden gestimuleerd om de mogelijkheden te onderzoeken om (weer) lokaal te produceren wat ze consumeren – en verbindt thema’s als maakcultuur, erfgoed en stadmaken.  

Centrinno ziet het industrieel erfgoed van een stad als een bron voor innovatie, sociale cohesie en duurzaamheid en onderzoekt hoe historische industrielocaties creatieve, culturele productiecentra kunnen worden. Deze zogenaamde Fab City Hubs:

    1.         werken met de ecologische uitdagingen van onze tijd
    2.         dragen bij aan een diverse, inclusieve en innovatieve stedelijke economie
    3.         gebruiken erfgoed als een katalysator voor innovatie en sociale inclusie

Hoe maken we vakmensen, makers, kleinschalige bedrijvigheid, Fab Labs, Food Labs en Makerspaces belangrijke spelers in onze toekomstige steden? Hoe creëren we plekken waar alle belanghebbenden elkaar treffen, innovatieve vormen van leren aangeboden worden en nieuwe vaardigheden worden ontwikkeld? Hoe bevorderen we sociale inclusie en economische groei in Europese steden door vakmanschap en cultuur (opnieuw) als motor voor innovatie te waarderen? Het project brengt, in co-creatie met lokale betrokkenen, in kaart hoe stedelijke industriële erfgoedlocaties de ontwikkeling van fundamenteel duurzame en inclusieve EU-steden kunnen versnellen. 

Wat doen we in Amsterdam?

De Amsterdamse pilot is gestart met een netwerkbenadering in Amsterdam Noord: welke makers werken daar, welke vragen en behoeftes leven er, wat zou het project kunnen bijdragen. Op basis daarvan zijn activiteiten gestart die:

• het netwerk van makers vergroten (zoals periodieke Open werkplaatsen waarin informeel met elkaar gesproken kan worden)
• zichtbaarheid vergroten van de makers (zoals een expositie waarin individuele makers en van het belang van maken centraal staan en publieksavonden bij Pakhuis de Zwijger)
• de verschillende makerscollectieven verbinden in hun lobby richting gemeente (om makers en makerschap binnen de stad te kunnen houden)
• nieuwe opleidingsmogelijkheden onderzoeken voor creatief vakmanschap voor professionals en recent afgestudeerde makers (onder leiding van HMC)
• een maker mindset bij jongeren bevorderen (en zoeken hierin actief naar verbindingen met projecten als Maakplaats 021 en Make it Open).

 
Andere pilots zijn Barcelona (Poblenou), Milaan (ex-Ansaldo), Parijs (Mouzaia, Jardin des Traverses), (Noordwest) Kopenhagen, Geneve (Zone Industrielle de Charmille), Tallinn (Kopli), Blonduos (Kvennaskólinn) en Zagreb (Sesvete). Deze pilots werken op thema’s als lokale voedselsystemen, textiel, mode en meubelmaken. 
De coördinatie van dit Europese Horizon 2020-project wordt op zich genomen door Comune di Milano en Institut d'arquitectura Avancada de Catalunya. De Nederlandse partners zijn Pakhuis de Zwijger, het Hout- en Meubileringscollege, Metabolic Institute, sQuare, Imagine IC en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Bekijk het volledige overzicht van de Europese partners.