Wat wil een landschap worden? Een gesprek met Rosanne van Wijk en Ronald Boer van kunstenaarscollectief de Onkruidenier. Over zout-inclusief denken, meebewegen met het water en hoe we kunnen leren van micro-organismen die overleven onder de meest extreme omstandigheden. Dit interview is een opwarmertje voor het event Artistiek veldwerk: Modder, mythes en moerasland op donderdag 16 maart (17:00 – 19:00 uur) op Amsterdam Science Park.
Op een kaal stuk grond is onkruid de pionierende plant waarvan de zaden het eerst komen aanwaaien, waarna de rest van de planten volgt. Pioniersplanten nemen vaak tussenruimtes in, zoals braakliggende stukken grond in de stad. Kunstenaarscollectief de Onkruidenier pioniert al sinds 2013 op het grensvlak van landschapsarchitectuur, beeldende kunst, wetenschap en ecologie. Het werd opgericht door Jonmar van Vlijmen, en bestaat daarnaast uit Ronald Boer en Rosanne van Wijk.
‘In Nederland proberen we alles heel rationeel te plannen om een gevoel van controle te krijgen over het water, de bodem en de stikstofhuishouding,’ zegt Rosanne. De Nederlandse geschiedenis is onlosmakelijk verbonden met het water, de zee en dus ook met watermanagement. We bouwden dijken, deltawerken en polderden heel wat af. Allemaal voor de veiligheid van het land en de mensen.
Rosanne: ‘Het uitgangspunt is daarbij altijd geweest: “hoe houden we het water buiten de deur?” Wij vragen ons juist af hoe we ons als mens kunnen aanpassen aan het landschap. Waarom omarmen we de zee niet? Hoe kunnen we meer zout-inclusief denken?’ Om deze visie voor het voetlicht te krijgen, ontwikkelt de Onkruidenier installaties, performances en publieksevenementen om je de stadsnatuur en groene leefomgeving anders te laten ervaren.
De mond als testomgeving
In hun performatieve, speculatieve veldwerk neemt de Onkruidenier je graag mee voor een belichaamde ervaring. Zo wordt de mond ook als testomgeving gebruikt. ‘Om uit het hoofd te komen, willen we de zintuigen in relatie zetten met de plek. Smaak is een directe tool,’ zegt Rosanne.
‘We maken een smaakcompositie gebaseerd op een landschap, op zo’n manier dat wat je proeft, je anders kan laten nadenken. Het is als een miniatuurlandschap op je tong. Kan je ook via je tong een plek leren begrijpen? Het doel is niet dat het proeven van het landschap per se een lekkere of vullende eetervaring is, maar wij willen mensen even tot stilstand brengen.’
Lukt het ook om stedenplanners en beleidsmakers tot stilstand te brengen? ‘We kunnen goed de individuele stakeholder als mens meenemen in ons werk, maar beleidsmakers meenemen zodat zij ander beleid gaan maken? Dat is wel een uitdaging,’ zegt Ronald. ‘Alles is afhankelijk van wie de grond bezit, van de grondprijzen, wat er wetmatig is vastgelegd en welk rendement de gemeente eruit kan halen.’
Toch geloven ze dat het al verschil maakt om een stedenbouwkundige of beleidsmaker even uit het hoofd te krijgen en in contact te laten treden met het gebied en met verbeelding. ‘Het kan fijn zijn om even niet in economische termen te hoeven denken. We willen best aan tafel zitten met beleidsmakers,’ zegt Rosanne. ‘Maar we zijn kunstenaars en zullen de frictie benoemen, kritische vragen stellen of associatieve linken leggen.’
Pionieren op het Science Park
In het kader van het project T-Factor werkt de Onkruidenier aan een artistieke interventie op een zelfgekozen Science Park-locatie. Op het Amsterdam Science Park timmert Waag binnen T-Factor al langer aan natuur-inclusieve stadsinitiatieven.
Ronald: ‘In eerste instantie kwam het Amsterdam Science Park voornamelijk over als een grote, kille plek met een alles overstemmende snelweg.’ De bebouwing en het beton maken het tot een drukkend hittegebied. Zo is het datacenter vanbinnen voorzien van koelsystemen, maar daarmee stoot het buiten tegelijkertijd warmte uit. ‘Hiermee wordt het Science Park nog warmer,’ stelt Rosanne.
De Onkruidenier koos uiteindelijk voor een driehoekig stuk zandgrond vlak naast het water. De driehoekige vorm van het perceel doet denken aan de delta, het driehoekig gevormde stuk waar rivieren uitmonden in zee. Op deze plek onderzoekt de Onkruidenier een Multispecies Living Room en wat dit kan inhouden. ‘We zien het stuk grond als een huiskamer en we zijn benieuwd wie er wonen.’
Leren van extremofielen
Met het oog op dat het natter heter en zouter wordt, is het de vraag hoe we ons daartoe gaan verhouden. Hoe en waar zullen we dan wonen? Veel culturen van bacteriën kunnen zich goed staande houden onder extreme omstandigheden. Ronald: ‘Wat kunnen we leren van deze extremofielen? Hoe heb je elkaar nodig als groep om een ecosysteem te bewerkstelligen dat gestoeld is op biodiversiteit? Wat kan deze plek worden voor de toekomst, als we ons verplaatsen in de allerkleinsten?’
Ronald: ‘Als je beter gaat kijken, dan valt er altijd wat interessants te ontdekken in het landschap. Op de open plekken van het Science Park zie je bijvoorbeeld een verschil in de bodemconditie van het gras. Dat komt omdat er zand op is gespoten.’ Omdat het zand afkomstig is uit de zee, zit er veel schelp tussen. ‘Het laat zien dat de locatie een samengesteld landschap is met vele kwaliteiten.’
Kom naar het event!
Ben je ook benieuwd naar klimaat-adaptief leven en wat we kunnen leren van de allerkleinste extremofielen? Kom dan naar het event Artistiek veldwerk: Modder, mythes en moerasland op donderdag 16 maart (17:00 – 19:00 uur). De Onkruidenier en Esmee Geerken geven korte presentaties van hun onderzoek en methoden. Dan wandelen we naar de twee plekken. De Onkruidenier geeft een training om in kaart te brengen wie de allerkleinste bewoners van de Multispecies Living Room zijn: de extremofielen.
Landschapsfestival
Dit event is een kick-off van het Landschapsfestival, dat plaatsvindt in het voorjaar van 2023 op Amsterdam Science Park. Het wordt georganiseerd door Waags Urban Ecology Lab. We gaan bouwen aan een meer biodiverse en natuur-inclusieve stad.
Over T-Factor
Het event en het Landschapsfestival vinden plaats in het kader van T-Factor. Hoe kunnen we stadsinitiatieven creëren op een inclusieve manier en voor een verscheidenheid aan levensvormen, zoals mensen, planten en microben? Dat onderzoekt Waag met het project T-Factor op Amsterdam Science Park.