Hanane Abaydi, foto bewerkt door Waag
Waag ©

Spelbreker #5: We moeten activisme serieuzer nemen

​​Wat als we niet langer de groei van de economie als einddoel nemen, maar bijvoorbeeld solidariteit, circulariteit of de zekerheid dat we in 2090 nog zuurstof kunnen happen? Met andere woorden: Wat als we de regels van het spel veranderen? 

In de blogserie Spelbrekers gaan we in gesprek met kunstenaars, muzikanten en wereldverbeteraars die het anders doen. We vragen hen: welke nieuwe spelregels zijn er nodig voor een open, eerlijke en inclusieve toekomst?

Vandaag spreken we Hanane Abaydi, corporate activist, extern kenniskringlid van het Lectoraat Change Management van de Haagse Hogeschool en medeoprichter van de inclusieve basisschool Waldorf aan de Werf. Ze pleit voor meer begrip voor activisme in organisaties en een diverser wereldbeeld in het onderwijs. 

Hoe zou je jezelf voorstellen?

‘Ik ben Hanane Abaydi en werk als corporate activist. Ik probeer systemen en organisaties van binnenuit te veranderen en gebruik activisme daarbij als veranderstrategie. Daarbij probeer ik de negatieve connotatie die aan activisme hangt, te bestrijden. Activisme is voor mij een signaal van betrokkenheid, dat we veel serieuzer moeten gaan nemen. Organisaties zijn mini-samenlevingen en daarom is het heel gezond als activistische geluiden van buiten ook binnen te horen zijn.

Hoor je dit geluid niet, dan is dit een signaal dat er misschien meer onder de oppervlakte speelt dan je denkt. Voelen medewerkers zich wel veilig om zich te laten horen? Worden hun geluiden wel serieus genomen? Worden geluiden die anders zijn ook gehoord? Of bestaat je team alleen uit gelijkgestemde mensen die dezelfde interesses en achtergronden delen? Activisten houden je een spiegel voor en helpen je om de staat van jouw organisatie beter te begrijpen.’

'Hoe meer perspectieven je toevoegt, hoe zorgvuldiger je de regels kunt bepalen.'

Wat zijn volgens jou de regels van het huidige systeem? 

‘Onze spelregels zijn gebaseerd op een eurocentrische set aan waarden. Daarin staat beschreven wat goed en fout is en ten koste van wie of wat dit mag gaan. Deze ethische stromingen zijn door een westerse bril gevormd. Het mist meerdere perspectieven.

Het MIT deed een wereldwijde test met hun Moral Machine over morele dilemma’s die kleven aan de keuzes die de zelfrijdende auto zou maken. Dient in het geval van een crash allereerst de bestuurder beschermd te worden? Redt de auto de oude voorbijganger, of een schoolkind? Een succesvolle zakenman of een medemens die thuisloos is? Uit dit onderzoek bleek dat er wereldwijd verschillende keuzes gemaakt worden. Ik denk dat onze huidige spelregels niet genoeg ruimte bieden voor die verschillen. Wat als de keuze is om de bestuurder van de auto niet te beschermen en daarmee andere slachtoffers te voorkomen?

De vraag is vanuit welk moreel kompas onze huidige systemen vertrekken, bijvoorbeeld als het gaat om onderwijs, zorg of economie. Het huidige kompas is er in elk geval één die de bestaanszekerheid van een groot deel van de wereldbevolking onder druk zet of negeert. Eén die onderscheid maakt langs etnische- en inkomensgerelateerde lijnen en die vooral voorziet in de behoeften en voordelen van de groep die het minst geraakt wordt door crises. 

Wat werkt er nu niet aan deze regels? En waarom? 

‘Afhankelijkheid vormt de basis van de spelregels en bepaalt de ruimte en de kansen die je hebt in het spel. Er is sprake van een ongelijk speelveld. Neem de Zwarte Pieten-discussie. Alleen het woord klopt al niet. Discussie suggereert een gelijk speelveld om te bepalen wat ethisch is en wat niet. Maar je neemt het op tegen een vastgeroeste ‘traditie’ waarin eigenaarschap is geclaimd. In het gesprek erover lijkt het alsof er iets wordt ‘afgepakt’. Alleen met toestemming van die groep mag je er een klein stukje van af halen.

'Als je niet kunt invoelen wat de impact van jouw handelen op de ander is, dan ben je niet in staat om de regels te bepalen.’ 

De mensen die de spelregels bepalen, bepalen nu ook de ruimte voor tolerantie voor een ander geluid. Dat is geen houdbare situatie. Kijk naar het verschil waarin er op activisten wordt gereageerd door de instituten. Boeren krijgen flesjes water van de politie bij het bezetten van een snelweg, terwijl andere activisten worden aangevallen terwijl diezelfde politie toekijkt. Als de ruimte voor tegengeluid institutioneel zo verschilt, is er iets mis. 

We hebben een mythe gecreëerd van gelijke kans op deelname aan het spel, die ook op activisme toepasbaar zou moeten zijn. Maar de dominante machtsstructuren bepalen nog steeds wat de speelruimte is. Ik ben nog steeds afhankelijk van hun interpretatie van het andere geluid. De woningzoekende die al 12 jaar op de wachtlijst staat is nog steeds afhankelijk van het gemeentelijk beleid en de slachtoffers van het institutioneel racisme van de Belastingdienst zijn nog steeds afhankelijk van het tempo waarop de daders overgaan tot compensatie. Die afhankelijkheid bepaalt de spelregels.’ 

Stel dat je de regels van het systeem mocht veranderen, wat zou je dan veranderen?

‘Laat degene die het hardst geraakt worden door beleid de spelregels bepalen. De groep die nu de regels bepaalt, staat dan even buitenspel. Vervolgens geven we die regels de kans om een eerlijk speelveld te creëren. We moeten af van het idee dat alleen opleiding en ervaring variabelen zijn die iemand geschikt maken om de spelregels te bepalen. Met zo’n nauwe definitie van geschiktheid om mee te denken, doen we onszelf juist tekort. Hoe meer perspectieven je toevoegt, hoe zorgvuldiger je de regels kunt bepalen.

Als je studenten naast het linear economisch model ook de andere economische modellen onderwijst, dan kunnen ze zorgvuldiger keuzes maken. Als ze dan toch kiezen om vast te houden aan het huidig economisch denken, dan zijn ze in ieder geval op de hoogte van de consequenties. En daarmee ook van hun geschiktheid om spelregels voor anderen te bepalen.Als je niet kunt invoelen wat de impact van jouw handelen op de ander is, dan ben je niet in staat om de regels te bepalen.’ 

'Als je het zes weken lang over ontdekkingsreizigers hebt, dan kun je ook het perspectief vertellen van de volkeren die het schip zien aankomen.'

Hoe zet draagt jouw werk bij aan een alternatief op het huidige systeem?

‘Er zijn teveel generaties achtergesteld door het systeem. We kunnen niet nog een generatie wachten. Die tijdsdruk voel ik, en ik geloof dat onderwijs echt het verschil kan maken. Daarom heb ik een aantal jaar geleden samen met een groep ouders Waldorf aan de Werf (WADW) opgericht. Dit is een inclusieve basisschool in Amsterdam-Noord, waar het team en ouders zich dag in en dag uit inzetten zodat elk kind zich veilig en gezien voelt. Inclusief denken staat centraal.

De school ontleent haar bestaansrecht aan het hanteren van andere ‘spelregels’. We stellen de spelregels van meer dan een eeuw Waldorf-onderwijs ter discussie. Dit onderwijsconcept was ooit bedoeld voor kinderen van fabrieksarbeiders en staat nu te boek als gesegregeerde vorm van onderwijs. Het vertrekpunt van WADW is de plicht om als onderwijsinstelling kinderen een volledig wereldbeeld mee te geven. Je kunt niet alleen maar eurocentrische fragmenten van de wereldgeschiedenis meegeven, ongeacht de samenstelling van de docenten en leerlingpopulatie. Zeker niet in een wereld waarin al zoveel eenzijdige informatie op kinderen afkomt.

Pas als je alle verschillende systemen hebt onderwezen, voldoe je aan je plicht als onderwijzer. Het hoeft echt niet te leiden tot meer werk. Als je het zes weken lang over ontdekkingsreizigers hebt, dan kun je ook het perspectief vertellen van de volkeren die het schip zien aankomen en praten over het tot slaaf maken van mensen. Maar ook over de rijke geschiedenis van Afrikaanse landen. Je kunt zoveel meer in het onderwijs als je de rijkdom van verschillende culturen meeneemt.’