Kennisnet Know what works and why
Kennisnet BY-NC-SA

Weten wat werkt - en waarom

Op woensdag 4 juni bezocht ik de Onderzoeksconferentie 'Weten wat werkt met ict in het onderwijs' van Kennisnet in Theater Diligentia te Den Haag (#ictwerkt). Hierbij deel ik mijn highlights van de pitches, keynotes, andere gedeelde ervaringen en vragen uit het publiek.

De piramide

Alfons ten Brummelhuis gebruikte een piramide als metafoor, van idee naar praktijk en bewijs en een pijl van bewijs naar idee om de cyclus compleet te maken. De diverse pitches kregen een plek in die piramide. Techniek, onderzoek, onderwijs en beleid hebben elk een eigen piramide en deze zouden meer moeten samenwerken.

Leermiddelen

Michelle Nugteren van de Open Universiteit schetste, in het kader van multimediale bronnen, een schema vol bruikbare heuristieken over het wel of niet aanbieden van bepaalde instructies, feedback, beeld en geluid en in welke mate deze effectief zijn. Iemand uit het publiek vroeg aan Luc Sluijsmans van SLO leermonitor, of er ook een filter toegepast kon worden op leermiddelen. Alfons ten Brummelhuis stelde voor dat de heuristieken daar wellicht in kunnen voorzien.

Tamara van Gog van het Instituut voor Psychologie, Erasmus Universiteit Rotterdam speelde voorbeeldig in op de natuurlijke neiging van mensen om naar de presenteerder te kijken in plaats van naar de presentatie. Haar onderzoek naar instructievideos toont aan dat het leerproces positief beïnvloed wanneer er wél iemand in beeld is, zolang diegene verbaal en non-verbaal de koppeling maakt met het ondersteunend materiaal.

Professionalisering

Els Boshuizen van de Open Universiteit verschafte inzicht in het blikveld van leerkrachten in de klas door middel van Eye Tracking. Beginnende leerkrachten hebben hun blikveld hoger gericht, en letten meer op wat leerlingen zeggen, hun gezichtsuitdrukking en welke invloed dat heeft op reacties van medeleerlingen. Gevorderde leerkrachten hebben hun blikveld lager gericht, en letten meer op wat leerlingen doen, hun houding en handen en welke invloed dat heeft op (werk)gedrag van medeleerlingen.

Games en nieuwe media

Justine Pardoen van Bureau Jeugd en Media, ging dieper in op de invloed van technologische ontwikkelingen op de ontwikkeling van kinderen. Hersenonderzoek onderscheid verschillende ontwikkelingsfasen, waarbij er op verschillende leeftijden flink gegroeid en gesnoeid wordt. Wanneer kinderen bijvoorbeeld leren hoe belangrijk het is om elkaar in de ogen te kijken en nonverbale signalen te interpreteren, is het goed voor te stellen dat veelvuldige prikkeling door nieuwe media en 'overdadig' gebruik van digitale (leer)middelen schadelijk kan zijn voor hun ontwikkeling. Boeken die hierover gaan: the Shallows, iDisorder, Digitale Dementie, iBrain.

Linda Duits van dieponderzoek.nl deed een oproep om goed naar kinderen te luisteren. Tieners delen dingen vaak heel bewust met elkaar en weten privacy instellingen meestal goed te vinden. Ook al weten de kinderen zelf al heel veel, het is goed om de gevaren en risico's bij kinderen onder de aandacht te brengen. Kijk eens op: www.mijnkindonline.nl of www.mediawijsheid.nl.

Het antwoord van Wim Trooster over VAST-game: "de motivatie om bepaalde game doelen te halen leidt tot het verbeteren van de Engelse uitspraak, in die volgorde". 

Marjolijn van Weerdenburg presenteerde de app Letterprins, in het bijzonder voor kinderen met leesproblemen, dyslexie en nederlands als tweede taal. Woorden en verschillende oefeningen worden afgestemd op het leesniveau van het kind, resultaten worden inzichtelijk gemaakt en er zijn beloningen ter motivatie. Een aanrader is eerst te oefenen met woorden die ze kennen en daarna geleidelijk met woorden die ze niet kennen.

Efficiënt leren

Marjan Faber van Universiteit Twente benoemde dat het beoogde effect van leerlingvolgsystemen gehaald werd, wanneer dit op een kleine groep en niet op de hele klas werd toegepast.

Volgens Arno Reints van de Universiteit van Utrecht, zijn er te weinig 'jongensachtige' opdrachten in het onderwijs. De nieuwsgierigheid bij het publiek was meteen gewekt en ondanks de generaliserende stempel deed Arno Reints toch een paar voorbeelden uit te boeken: Meisjes zouden een voorkeur hebben voor stap-voor-stap uitleg, waar jongens gewoon graag willen beginnen en iets doen. Meisjes besteden vaker aandacht aan verzorging en houden van realistisch beeldmateriaal. Jongens vinden illustratie in allerlei grafische vormen aantrekkelijker.

Lou Brouwers van het IJburg College wist op een enthousiaste manier de positieve resultaten van Pleion over te brengen, dat staat voor eigentijds en vernieuwend onderwijs, waarbij er ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling, verantwoordelijkheid over eigen leren, veel samenwerken en 'echte' producten.

Caroline Timmers van Saxion Hogeschool gaf aan dat geautomatiseerde feedback bij formatieve toetsing effectief bleek bij een hoge frequentie en indien mogelijk te vertalen naar instructie.

Keynotes

Door middel van PeerScholar laat Steve Joordens leerlingen elkaar gedurende het leren laten toetsen, in plaats van 'assessment of learning', 'assessment for and while learning'. Het uitgangspunt is dat 5 mensen gemiddeld genomen even goed een stuk beoordelen als een expert. Door het gebruik van PeerScholar kunnen leerlingen beter reflecteren op hun eigen werk en dat van anderen, gekenmerkt door de vaardigheden 'metaCognition' en 'Critical thinking'. Leerlingen krijgen de opdracht om één verbeterpunt van het werk van anderen helder te omschrijven voor de ander en leren daarmee 'Creative thinking', 'Communication' en 'Collaboration'. 

Frank Kalshoven (auteur, columnist De Volkskrant) is voor Groeiland. De economische groei tussen 1950 en 2013 zou gerealiseerd zijn door toename van onderwijs, aanpassingsvermogen en gereedschap. Met name de industrie en de landbouw hebben een belangrijk aandeel gehad hierin, door de kracht van machines en de kennis die nodig is om met die machines om te kunnen gaan. Het toepassen van kennis, kunde en vaardigheden heeft zich gemanifesteerd in hoe we ons leven nu inrichten, denk hierbij aan de fasering van naar school gaan, werken en rusten. Frank Kalshoven pleit nu echter voor een herinrichting van die fasering, waarbij naar school gaan in de eerste levensperiode wordt verkort, we eerder gaan werken en tussendoor vaker naar school kunnen gaan en ook kunnen rusten, mits we als we ouder (en nog steeds gezond) zijn ook langer doorwerken. Kortom, over het hele leven gezien meer uren werken én meer investeren in menselijk kapitaal.

Er waren vijf onderwijsprofessionals aanwezig die zelf actief onderzoek doen in de (eigen) onderwijspraktijk. Dat je voor de klas staat en er daarnaast ook nog intensief onderzoek naar doet, levert behalve zeer interessante werksituaties wat mij betreft ook een bijzonder compliment op. Voor Alfons ten Brummelhuis, hét voorbeeld van de pijl van bewijs naar idee in de piramide: integreren wat en waarom iets heeft gewerkt. 

'Mevrouw de voorzitter': "je blijft niet altijd jong, wel onbevangen"
'Meneer de voorzitter': "inderdaad, oud en nieuwsgierig is ook leuk".