Energie Referentiearchitectuur
De vis kent het water niet. Zo kennen de meeste burgers het energienet niet waarmee zij zijn omringd. Vele onderdelen van de samenleving – van vervoer tot voedselsysteem, van klimaatbeleid tot communicatietechnologie – zijn onlosmakelijk verbonden met de manier waarop energie wordt opgewekt, gedistribueerd en gebruikt. Hoe we ons (leren te) verhouden tot dit energiesysteem bepaalt daarmee niet alleen hoe we ons als burger verhouden tot de samenleving waar we deel van uitmaken, maar ook tot hoe we die samen kunnen vormgeven en veranderen. Daarom is een goede, transparante en activerende beschrijving van het energiesysteem nodig.
In opdracht van Topsector Energie Digitalisering en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) werkt Waag aan een position paper naar aanleiding van het lopende onderzoek van Baringa naar een referentiearchitectuur voor de Nederlandse energie-infrastructuur.
Een referentiearchitectuur is een beschrijving van de verzameling van bedrijfsstructuren, processen, protocollen en standaarddefinities van een systeem. Om dit voor het gehele energienet te doen is een immense opgave, maar biedt tegelijkertijd een kans om een kritische blik te werpen op de aannames en waarden die we centraal willen stellen in het toekomstige energiesysteem, en om stil te staan bij wie er aan tafel zit bij het ontwerp ervan.
Het primaire doel is duidelijke kaders te formuleren op basis waarvan verschillende onderdelen goed op elkaar aan kunnen sluiten. Dit moet duidelijk en flexibel genoeg zijn om een basis te bieden aan uiteenlopende en onvoorziene nieuwe technologieën, actoren, initiatieven en processen.
Een goede referentiearchitectuur biedt burgers en ontwikkelaars handelingsperspectief, maar is ook een systeem dat eerlijk en veilig is voor iedereen die niet actief wil zijn, voor hij of zij die niet ‘kan en wil’. Een referentiearchitectuur in lijn met het Public-Stack model zorgt ervoor dat niemand achter het energienet vist.
Het onderzoek van waag laat zien dat het van belang is dat de referentiearchitectuur ruimte biedt voor burgers in verschillende rollen, meer dan alleen als ‘eindgebruiker’. Hiervoor moet men zich niet alleen door innovaties laten leiden, maar dient men actief de bredere maatschappelijke context te betrekken in het ontwerpproces.