Hebben we nog vrije keuze in een wereld vol aandachts-slurpende algoritmes? In haar nieuwe boek Autonomie: een zelfhulpgids (2022) bespreekt filosoof en schrijver Miriam Rasch de mogelijkheden van een autonoom leven in een wereld met Big Tech. Waag sprak met haar in aanloop naar de PublicSpaces-conferentie, die Rasch op 17 mei zal openen met een keynote.
Hoi Miriam, je nieuwe boek gaat over onze autonomie ten opzichte van Big Tech. Wat betekent autonomie voor jou?
Autonomie is persoonlijk en gaat iedereen aan. Het begint bij iets van jezelf: het is niet iets dat zomaar bestaat. Je moet het zelf in de praktijk brengen. Ik kan me herinneren dat ik als kind, hoewel ik heel veel mocht, toch niet altijd mijn zin kon doordrijven. Het gevoel wat in je binnenste kan ontstaan wanneer je beperkt wordt in je autonomie is voor mij een startpunt. Dit is volgens mij iets wat iedereen wel herkent.
Hoe zie je onze autonomie ten opzichte van technologie?
Ik zou autonomie bij mensen willen aanwakkeren, als een soort ‘ethische brandstof’. Er is namelijk veel energie en moed nodig om de huidige technologische wereld te veranderen. Soms realiseer ik me bijvoorbeeld dat er beslag wordt gelegd op mijn tijd. Door mijn smartphone, of een digitale agenda waar ook andere mensen afspraken in zetten. Dat is gewoon geworden. Het idee dat je geen zeggenschap meer hebt over je tijd, dat je je ‘s avonds realiseert dat je de hele dag voor een scherm hebt gezeten en zelfs je telefoon meeneemt naar het toilet. Het is iets wat er een beetje in sluipt, en het is belangrijk dit te realiseren.
"Het herkenbare gevoel van inperking van autonomie is de ethische brandstof om verandering aan te brengen in de digitale wereld."
Misschien realiseren we ons dat wel - maar wat moet je er vervolgens mee?
Algemener zou ik willen zeggen dat je de tijd die digitale technologie in jouw leven inneemt, niet zomaar hoeft te accepteren voor wat het is. Vergelijk het met de tijd die jij aan jouw baas verkoopt in ruil voor salaris. Tijd is van jou, en partijen als Facebook of Google hebben daar niet vanzelfsprekend recht op. Deze tijd moet je zelf opeisen, want als je dat niet doet wordt het ingevuld door anderen en ondermijnt het je autonomie. Bij het terugwinnen van autonomie is het dus ook noodzakelijk dat je tijd creëert om na te denken welke waarden voor jou belangrijk zijn.
Je nieuwe boek gaat over autonomie, je vorige over frictie. Wat is de relatie tussen die twee?
In mijn vorige boek is de centrale gedachte dat ethiek, dus de vraag wat het ‘goede’ of juiste is om te doen, ontstaat op het moment dat er frictie is. Dan moet je namelijk gaan nadenken over wat wel en niet belangrijk is. Zonder frictie is er geen ethiek: dan is iedereen het eens, en bestaat de kritische vraag wat het juiste is dus niet.
En dat is precies wat er gebeurt wanneer data gebruikt worden om het leven te automatiseren. Dan maken algoritmes keuzes voor ons. Zonder autonomie, zelfstandig nadenken, kan er geen frictie zijn. Daarom wilde ik nu over autonomie schrijven: hoe kun je, terwijl je om de oren wordt geslagen met autonome technieken die beslissingen voor je nemen, stevig in je schoenen staan en zelf als mens autonoom zijn?
Op welke theorie baseer jij jouw begrip van autonomie?
Mijn boek vertrekt vanuit het gedachtegoed van Immanuel Kant, een achttiende-eeuwse filosoof die zegt dat je voor jezelf moet denken. In de moderne context kan deze overtuiging in filter bubbles soms doorslaan in wantrouwen en leiden tot complottheorieën. Autonomie wordt dan ook al te vaak gelijkgesteld aan individualisme. Het wordt ten onrechte gezien als iets waarbij je zelf beslist wat je doet en je de wereld daar naar inricht. Dit is een achterhaald begrip van het woord, en gaat ook niet helpen bij het oplossen van grote problemen. We moeten juist bedenken hoe je autonomie in de praktijk kan brengen zonder dat je je afsnijdt van de wereld.
In de conclusie van je boek stel je dan ook dat persoonlijke autonomie vraagt om collectieve actie. Hoe kunnen we met z’n allen aan de slag?
Door er samen woorden aan te geven. Verandering in de digitale wereld is mogelijk. Nu heerst het idee dat data als kwantitatieve waarde een oplossing zouden zijn. In plaats daarvan is het goed om op zoek te gaan naar de kwalitatieve waarde.
Waarden bestaan niet op zichzelf, daar moet invulling aan gegeven worden. Wat betekent bijvoorbeeld transparantie op het internet voor jou, en wat betekent het voor mij? Dit is een brede vraag waar je niet zomaar een antwoord op kunt geven, en dat maakt het zo belangrijk om het gesprek met elkaar te voeren.
Wil jij het gesprek aangaan over wat van waarde is in de digitale ruimte met Miriam Rasch? Kom dan op 17 mei om 10:00 uur naar de opening van de PublicSpaces conferentie in Pakhuis de Zwijger, the time is now!