De Nederlandse geheime diensten AIVD en MIVD mogen telecommunicatiegegevens uitwisselen met de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA. Dat besloot de rechtbank in Den Haag op 23 juli 2014 in de zaak die was aangespannen door de gelegenheidscoalitie 'Burgers tegen Plasterk'.
Het was onderwerp in de laatste aflevering van onze campagne 'Let's fix the Internet', het initiatief 'Burgers tegen Plasterk'. Waar ging het ook alweer over? Na de onthullingen van Edward Snowden startte een coalitie van burgers en organisaties een procedure tegen de Nederlandse Staat. De Staat veroordeelt de spionage- en afluisterpraktijken van de Amerikanen, maar profiteert er ook van door gegevens met de NSA en andere diensten uit te wisselen. Zo komen gegevens die door de NSA in strijd met het Nederlandse recht zijn verkregen alsnog in handen van de Nederlandse inlichtingendiensten. De coalitie 'Burgers tegen Plasterk' verzette zich tegen dit ‘witwassen’ van gegevens en eiste dat de Staat stopt met het gebruiken van gegevens die niet in overeenstemming met het Nederlandse recht zijn verkregen. Daarnaast eiste de coalitie dat burgers wier gegevens onrechtmatig zijn verkregen en/of gebruikt, daarover zouden worden geïnformeerd.
De zaak zorgde er in een eerder stadium voor dat de ministers Plasterk en Hennis naar buiten moesten brengen dat 1,8 miljoen gegevens die in handen van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA waren gekomen, door Nederland zelf waren verzameld. De zaak richtte zich echter voornamelijk op het gebruik van door de NSA verzamelde gegevens.
Volgens de rechtbank bestaat de mogelijkheid dat Nederlandse diensten bij de uitwisseling van telecomgegevens met buitenlandse diensten zoals de NSA, gegevens ontvangen die door die diensten in het buitenland zijn verzameld. Ook als die zijn verzameld met de inzet van bevoegdheden, waarover de Nederlandse inlichtingendiensten niet beschikken. Die informatie-uitwisseling wordt onder meer gebruikt voor terrorismebestrijding.
Recht op privacy
De Nederlandse diensten mogen niet zelf 'ongericht' telecommunicatie onderscheppen en vervolgens gebruiken. De Amerikaanse diensten mogen dit wel. Dit betekent niet dat de ontvangst en het eventuele gebruik van die gegevens zonder meer ongeoorloofd zijn, concludeert de rechtbank.
"Massale inbreuken op het recht van privacy van individuele burgers lijken met deze uitspraak te zijn gelegitimeerd", reageert voorzitter Bart Nooitgedagt van de NVSA. '"De rechtbank overweegt dat alleen rechtsbescherming noodzakelijk is als de verkregen informatie in een concreet geval wordt gebruikt. Maar wij hebben het recht op privacy, inbreuken zijn alleen toegestaan als daar een wettelijke basis voor is. Dat principe miskent de rechtbank ten onrechte."
(Bron (deels): ANP)