Een deel van embodied learning installatie Cilinder-Trap-Wip die ik als artist-in-residence bij Waag hebt ontwikkeld, stond tijdens De Onderwijsdagen 2013 prominent opgesteld in de publieksruimte. Tijdens dit event konden verschillende mensen twee balansobjecten, namelijk de Cilinder en de Trap, proberen en viel met name de performatieve kwaliteit van de installatie op.
Op de Onderwijsdagen worden nieuwe innovaties gepresenteerd. In deze context was de installatie een heel bijzondere, omdat de meeste toepassingen schermgebaseerd zijn. Mensen bleven dan ook vaak staan kijken en moedigden zelfs de enthousiaste ‘bewegers’ aan. Het blijkt aantrekkelijk om mensen geconcentreerd fysiek bezig te zien, zeker wanneer er een herkenbaar spelelement is toegevoegd. Daarbij vinden mensen het zelf vaak leuk om ‘spelenderwijze’ in de belangstelling te staan.
Het aanwezige publiek pikte het dubbele doel van de trappen, het zoeken naar samenwerken en het vinden van balans, snel op. Elke positie van de trap triggert een specifieke geluidssample. Door op de trap te bewegen worden deze samples hoorbaar. Beide trappen hebben dezelfde geluiden, maar deze bevinden zich op andere posities. De uitdaging is om samen te zoeken naar gelijke geluiden. Als deze klinken moet de specifieke positie, met behulp van sterke beenspieren, even worden vastgehouden. Wanneer dit lukt, stoppen de geluiden met stilte als beloning.
Marloeke van der Vlugt (rechts) en Daan Roosegaarde (links) tijdens De Onderwijsdagen
Vanwege de performatieve kwaliteit van de installatie bood Kennisnet vervolgens aan daadwerkelijk een performance met de trappen te maken voor Tek Tok, hetgeen mij de mogelijkheid om op die aspecten van de installatie in te zoomen. Welke bewegingen zijn aantrekkelijk om te doen en om naar te kijken? Wat is het spelelement en hoe maak je dit duidelijk? Kun je het maken van een muzikale compositie als doel geven?
Om dit te onderzoeken, nodigde ik zangeres/performer Esther Mugambi en drie dansers, Jasper Dzuki Jelen, Niels Weijer en Miri Lee, uit. Met hen zocht ik naar nieuwe uitdagende bewegingsmogelijkheden door rond begrippen als solo, duo en groep, statisch en dynamisch evenwicht, horizontale en verticale lijnen, actie en reactie te werken.
Om een zittend publiek te kunnen betrekken, leek het me in ieder geval duidelijker om met woorden en projecties te werken in plaats van met abstracte geluiden. Zo’n dertig kernwoorden rondom het thema ‘embodied learning’ werden door Kennisnet aangeleverd en op verschillende manieren ingezongen door Esther; als robot, als meisje, met opeenlopende toonhoogtes en als operazangeres. De gezongen woorden koppelde ik vervolgens aan de posities van de trappen, zodat er meerdere mogelijkheden ontstonden om zinnen samen te stellen. De woorden worden ook geprojecteerd, zodat het publiek de puzzle tussen beweging – woord - geluid zelf kan maken.
Inhoudelijk draaide de performance om de verschillende manieren van samenwerken of samenspel met als concreet doel het maken van een woord met letters (Interactie), een zin met z’n tweeën (focus op school door interactie met sensoren) of met z’n vieren (persoonlijk leren in beweging).
De performers waren enthousiast over de bewegingsmogelijkheden en -kwaliteiten die de trappen opriepen. Ook bleek zang en projectie een effectieve toevoeging om nieuwe bewegingen op te roepen, te illustreren of juist uit te dagen. Het publiek was enthousiast en wilde na de show meteen de trappen zelf proberen.
Kortom, de eerste stap richting dansvoorstelling ‘Rolling_Stairs’ is gemaakt!