Op 6 juni mogen we weer naar de stembus voor de Europese Parlementsverkiezingen. Maar waar draait het eigenlijk om? Welke partijen pakken de onderwerpen aan die jij belangrijk vindt? Vaak gaat het in Europa over migratie, landbouw en defensie, maar er is zoveel meer waar je stem invloed op heeft. Waag Futurelab dook in de partijprogramma's voor de Europese verkiezingen en zette het voor je op een rijtje.
In het eerste deel kijken we naar eerlijke digitale technologie. Hoe zien partijen de digitalisering van Europa voor zich? Welke risico’s, kansen en visies worden beschreven? Hoe denken partijen over het reguleren van grote technologiebedrijven?
Eerste indruk: wordt het genoemd?
Gebruikte zoekwoorden in de verkiezingsprogramma’s: technologie, digitalisering, Big Tech, algoritmen, sociale media, privacy, AI
Veel partijen hebben plannen voor digitalisering en technologie opgenomen in hun programma voor de Europese verkiezingen van dit jaar. Waar technologie voorheen voornamelijk werd omschreven als vernieuwing en vooruitgang, wordt nu de geconcentreerde machtsverhouding van Big Tech duidelijker benoemd, net als de risico’s voor de rechtstaat, polariserende sociale media-algoritmes en mondiale spanningen die technologie of digitalisering kunnen opleveren. Daarnaast worden desinformatie, de invloed van Big Tech, soevereiniteit via nieuwe digitale infrastructuren, bescherming van persoonsgegevens en privacy, ontwikkeling van AI en algoritmen, en het belang van goede wetgeving als speerpunten genoemd door de partijen. Maar er zijn ook partijen die minder belang in deze thematiek zien. Het verkiezingsprogramma van de PVV behandelt geen van bovenstaande zoektermen.
En, wat zeggen de partijen erover?
Het merendeel van de partijen wil inzetten op technologische vooruitgang die het functioneren van de democratie en samenleving bevordert. Ze willen de digitale kloof verkleinen, transparantie over het gebruik van data creëren en de zeggenschap over het gebruik van persoonlijke data stimuleren. GL-PvdA, CDA en VVD pleiten voor grenzen aan 'onethische technologieën', waaronder profilerende en biometrische algoritmen. Ze stellen terecht dat die leiden tot schendingen van mensenrechten, zoals bij het etnisch profileren van slachtoffers door de Belastingdienst tijdens de toeslagenaffaire.
VVD : “Aan die digitale innovaties kleven echter ook risico’s voor het weefsel van onze vrije samenlevingen, waardoor regelgeving nodig is.”
GL-PvdA, CDA, D66, Christenunie en NSC tonen in hun programma’s dat regulering en de machtsverhouding tussen gebruiker en aanbieder van technologie hoog op de agenda staan. Volgens hen moeten Europese technologie en regelgeving beter aansluiten bij de behoeften van burgers. Door te streven naar een gezonde economie en zich te houden aan ethische standaarden, willen ze technologie inzetten voor Europees gewin. Er gaat bij de meeste partijen aandacht uit naar het beschermen van de onafhankelijkheid van ons digitale ecosysteem ten opzichte van de Verenigde Staten en China, middels strenge regelgeving. Ook benoemen Christenunie, NSC, D66 en Volt meer controle over eigen digitale identiteit als belangrijke pijler in hun plannen.
ChristenUnie: “Het lijkt soms wel alsof de rechtsstaat niet geldt in de digitale wereld.”
Daarnaast valt het op dat het stimuleren van open source softwareontwikkeling bij Volt, D66 en GL-PvdA centraal staat als alternatief voor de gecentraliseerde macht van Big Tech-bedrijven op ons digitale ecosysteem. Zo willen Volt en GL-PvdA onder andere de open source benadering verplicht stellen voor software die in opdracht van de overheid wordt ontwikkeld of gefinancierd.
VOLT: “alle overheidsdiensten in heel Europa [moeten] op elkaar aangesloten zijn en met elkaar kunnen samenwerken en een open data- en open source aanpak af te dwingen voor alle publiekelijk aangeschafte software en gegevens.”
Wat denkt Waag van de plannen?
Danny Lämmerhirt leidt bij Waag het Future Internet Lab. Hij stelt dat de thematiek gelukkig door veel partijen worden aangesneden: ‘Maar er missen essentiële details met betrekking tot de praktische uitvoering van veel van deze plannen.’
Bij het aanscherpen van Europese wetgeving geeft hij aan dat het belangrijk is om maatschappelijke organisaties een rol toe te kennen in het controleren van data van overheden en bedrijven voor het publiek belang. Daarin is het volgens Danny essentieel om de samenhang tussen tussen de verschillende soorten wetgeving (o.a. AVG, DGA, DSA) verder uit te werken met betrekking tot privacy, databeheer en de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van de verspreiding van desinformatie.
Danny pleit ervoor om maatschappelijke organisaties privileges toe te kennen om platform algoritmen te bestuderen en controleren. Waags Research Director Sander van der Waal en Danny schreven een position paper voor de Tweede Kamer om op te roepen tot een uitbreiding van de bestaande wetgeving die ‘het maatschappelijke middenveld kan ondersteunen de datarechten van burgers te beschermen’. Dit kan bijvoorbeeld door burgers toestemming te geven om hun opgevraagde gegevens te delen met maatschappelijke organisaties.
Verder valt Danny op dat de VVD, D66, GL-PvdA nepnieuws en desinformatie willen aanpakken met het genereren van een ‘watermerk’ dat aangeeft of de content ontwikkeld is door artificiële intelligentie. Deze interesse sluit aan bij onderzoek van Waag en de NL AI Coalitie (2024), waarin blijkt dat de Nederlandse bevolking bezorgd is over de betrouwbaarheid van door A.I. gegenereerde informatie op het internet. Danny geeft aan dat over de effectiviteit van deze aanpak op lange termijn te twisten valt, omdat onderzoekers nog geen duidelijk beeld hebben bij hoe men de betrouwbaarheid van content inschat en welke rol watermerken hierin spelen. Uit onderzoek blijkt dat men bij het inschatten van de betrouwbaarheid van een bron in eerste instantie kijkt naar de maker. Hiervoor zou bronvalidatie een uitkomst kunnen bieden. Waag experimenteert met deze aanpak in het Proof of Provenance-project.
Ook juicht Danny toe dat GL-PvdA en Volt de benadering van open source software benoemen om de Europese afhankelijkheid van grote commerciële platforms te verminderen. Wel mist hij concrete manieren waarop ze deze aanpak gestimuleerd en geïmplementeerd kan worden. Dit zou kunnen door het in het leven roepen van een financieel fonds waar open source organisaties beroep op kunnen doen, zoals het Duitse ‘Sovereign Tech Fund’ of door het steunen van een ‘digitale publieke infrastructuur op basis van open source software’ getrokken door het European Digital Infratructure Consortium (EDIC).
Oke, waar kan ik over dit onderwerp meer over lezen?
Begin 2024 startte Waag samen met Europese partners het Mobifree-project, met als doel Europese inwoners en organisaties meer keuze en toegang te bieden tot open source ontwikkelde mobiele software die aansluit bij hun waarden en behoeften. Overeenkomend met het programma van Volt en GL-PvdA, beschouwt Waag de open source benadering van softwareontwikkeling als een belangrijk alternatief voor de problematiek veroorzaakt door Big Tech. Door transparantie, samenwerking en een multidisciplinaire aanpak streeft Waag naar een alternatief voor het huidige mobiele aanbod, dat nu grotendeels in handen is van Apple en Alphabet (Google). Verder werkt Waag aan het Actieplan Open Overheid 2023-2027, waarbij Waag onderzoekt hoe burgers 'grip op eigen gegevens' kunnen krijgen. We analyseren bestaande instrumenten die de overheid beschikbaar stelt om burgers inzicht te geven in gegevens die de overheid van hen gebruikt.
30 jaar Waag Futurelab & grip op technologie
Dit jaar bestaat Waag Futurelab 30 jaar. Van het eerste ‘sociale medium’ De Digitale Stad, toegankelijk voor een breed publiek, via het ontwerpen van een duurzame modulaire Fairphone, of de eerste opleiding voor Biohackers in Europa, tot aan een advies aan de staatsecretaris voor Digitale Zaken en een burgermeetnetwerk in Noord-Holland: al 30 jaar werkt Waag aan grip op technologie voor iedereen. Die grip op technologie staat dit jubileumjaar centraal, in onze verhalen en in onze programmering.