Naar aanleiding van Zomergasten houden we een viertal interviews met mensen die in hun dagelijks werk met de besproken onderwerpen te maken hebben. We spraken een bio-kunstenaar, een hacker, een pionier in het maakonderwijs en een ontwerper van doe-het-zelf zorgoplossingen.
'Kinderen hebben belangrijke 'tools' om een hacker te zijn: nieuwsgierigheid en soms ondeugendheid.'
Deel 1: Hacken met Henk – Henk Buursen is sinds 2000 actief bij Waag en begon ooit te vanuit een nieuwsgierigheid met computers te experimenteren. Die nieuwsgierige houding is belangrijk voor een hacker, zo vertelt hij. De hacker-mindset werd in Zomergasten besproken o.a. aan de hand van de documentaire Hacks van Christine Bader. Bekijk hier het hele overzicht van fragmenten.
Henk Buursen, jij werkt voor Waag en bent een hacker. Klopt dat?
Eigenlijk ben ik geen hacker, maar systeembeheerder bij Waag. Maar ik denk wel dat ik ooit begonnen ben met klooien met computers vanuit de 'hackersmentaliteit'. Hackers zijn nieuwsgierig hoe dingen werken: ze kijken onder de motorkap en bedenken wat voor leuke dingen ze zelf kunnen doen. Zo begon het voor mij ook.
Hoe begint zoiets?
In 1991 werkte ik bij een kleine drukkerij die overging op computers. Het eerste DTP-werk. Ik haatte computers eerst, maar werd toen wel heel nieuwsgierig en bleek er ook nog eens handig in te zijn. Niet lang daarna kocht ik mijn eerste PC.
En toen ben je aan het hacken geslagen?
Op mijn eerste PC zat Windows geïnstalleerd. Daar had ik zo snel genoeg van, dat ik er Linux heb opgezet. Linux moest je toen nog vanaf een floppydisk installeren. Dat waren meer dan 40 floppy's. Ik was weken bezig met installeren. Toen had ik een zwart scherm met een knipperende ‘prompt’. Toen ben ik gewoon gaan proberen. Dat is nog uit de tijd van de BBS (Bulletin Board Systems) en ver voordat internet een publieke toegang kreeg.
Kwam je toen ook samen met andere hackers?
Mijn drijfveer om met computers te klooien kwam echt vanuit mijn sociaal activisme in onder andere de kraakbeweging en antimilitaristische beweging. Ik keek in eerste instantie hoe die nieuwe technologie me daarbij kon ondersteunen. Bij De Digitale Stad zag je die overtuiging ook terug, gecombineerd met meer 'tech-nerd'-achtige hackers, die veel meer vanuit de technologie aan het werk gingen, en een aantal media-activisten. Daar kwam alles samen.
Hebben we tegenwoordig nog genoeg hackers?
Nee, die hebben we veel meer nodig. Technologie wordt steeds meer gesloten, het wordt steeds meer een 'black box'. Het is daarom belangrijker dan ooit dat we meer doorvragen of doorkijken om te snappen wat er onder de motorkap gebeurt. Om te kunnen achterhalen hoe iets werkt hebben we die mentaliteit en kennis van zaken keihard nodig. Iemand die niet alleen vraagt wat er met de data gebeurt, maar ook kan aantonen waar het mis gaat.
Hoe krijgen we meer mensen aan het hacken?
Bij Waag proberen we kinderen te enthousiasmeren voor deze hackersmentaliteit via bijvoorbeeld Fabschool of De Baas op het Internet. Voor mij is het echt een drijfveer om deze houding aan die kinderen over te brengen. Kinderen hebben belangrijke 'tools' om een hacker te zijn: nieuwsgierigheid en soms ondeugendheid. Ze doen dingen waarvan ze niet precies weten of het mag, maar ze zijn te nieuwsgierig om het niet te doen. Die mentaliteit zouden we allemaal moeten hebben en houden.
Zo knutselden we bij deze cursus vaak zelf met de kinderen een 'TV-B-gone' in elkaar. Een afstandsbediening die alle tv’s op de wereld kan uitzetten. Toen die af was, wilden ze natuurlijk meteen naar de Media Markt om daar stiekem alle tv’s uit te zetten. Die houding zouden we allemaal wel kunnen gebruiken.
De hacker staat nog wel eens in een slecht daglicht. Diefstal van digitale identiteit, gekraakte bankgegevens etc. Hoe denk je daarover?
Neem een rode pil, zou ik zeggen.