Een grafische illustratie van het gebouw van Waag, een burcht met vijf torens, met als achtergrond een stad-achtige netwerk infrastructuur in turquoise lijnen tegen een zwarte achtergrond
Waag Futurelab BY-NC-ND
30 jaar Waag

Van basement modem tot gigabit: hoe Waag meeschreef aan de geschiedenis van het internet

Waag Futurelab is een internetpionier en verbindt vele initiatieven, maar wist je dat Waag ook fysiek en materieel onderdeel is van het internet? Ontdek waarom er een glasvezelkabel door ons monumentale pand loopt en hoe wij hielpen bouwen aan een internet dat niet van Silicon Valley was, maar van iedereen – makers, denkers en dromers inbegrepen.

Foto van de We want bandwidth manifestatie tijdens Hybrid Workspace in Kessler, 1997. Een man zit achter een tafel met computerapperatuur. Achterhem zijn hoge wanden te zien met grote zwarte iconen van pijlen en cirkels met teksten als 'We ant bandwidth' en 'push back'.
Manifestatie We Want Bandwidth @ Hybrid Workspace, Kessel (1997)

Wij willen bandbreedte

In 1997 klonk er een luide roep om digitale ruimte. Tijdens de Hybrid Workspace in Kassel (Documenta X) presenteerde Waag samen met kunstenaars en makers uit haar netwerk de manifestatie We Want Bandwidth met een reusachtige muur vol schreeuwende teksten waarin de culturele en publieke sector meer bandbreedte eiste. Achter die kreet school een urgente boodschap. Deelnemers zagen hoe de telecommunicatie-infrastructuur ongelijk was ingericht: wie kapitaal had, kreeg meer ruimte, terwijl publieke en culturele stemmen dreigden te verstommen. Hun oproep was helder: 

“Broadcast for all. Access to information and communication should be a fundamental democratic right. In the process of accelerating technological change and revolution the diversity of democratic voices is under threat and measures are called for to maintain them.”
- We Want Bandwidth FAQ

Met het project GigaPort (2001) kreeg de roep om digitale gelijkheid een concrete vorm. Tot dan toe was het breedbandnetwerk voorbehouden aan instellingen uit industrie en wetenschap. Met de aansluiting van Waag (toen: Waag Society) in Amsterdam en V2_ in Rotterdam veranderde dat: voor het eerst kregen ook kunst- en cultuurorganisaties toegang tot het snelle glasvezelnetwerk. Daarmee werd niet alleen een technologische stap gezet, maar ook een symbolische: ideeën en kennis uit de creatieve en maatschappelijke sector kregen een plek binnen de infrastructuur van de toekomst.

De samenwerking had een duidelijk doel: het versterken van de onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten van het Virtueel Platform, het netwerk voor onderzoek en presentatie van Nederlandse nieuwe-mediaorganisaties. Binnen dit platform werkten instellingen als De Balie, STEIM, het Nederlands Instituut voor Videokunst, Paradiso, Submarine, Doors of Perception, V2_ samen met Waag aan de digitale cultuur van een nieuw tijdperk. 

Internetpionieren: hoe doe je dat?

Tot dan toe werkte Waag met wat een “basement modem” werd genoemd – een opgevoerde verbinding van 2 Mbit, die in de kelder draaide. De overstap naar glasvezel was technisch baanbrekend, maar ook een organisatorisch avontuur. Het verkrijgen van zo’n aansluiting betekende onderhandelen met ‘glasvezelboeren’ en het opvragen van offertes bij grote telecombedrijven. Uiteindelijk was het KPN die de verbinding met het internet leverde.

De glasvezel zelf werd letterlijk de Nieuwmarkt ingegraven: er werd een geul getrokken van het knooppunt in de buurt naar het Waag gebouw: de zogenaamde local loop. Een paarse switch van Extreme Networks – toen een technologisch hoogstandje en bijzonder prijzig – zorgde ervoor dat de glasvezelverbinding vertaald werd naar ethernetpoorten binnen het gebouw.

Maar het ging niet alleen om snelheid of technologie. De nieuwe verbinding maakte het mogelijk om een alternatief internet te bouwen: een netwerk van en voor de culturele, kunstzinnige en activistische wereld. Er werd een infrastructuur opgezet waarbij Amsterdam en Rotterdam zich aansloten op Surfnet, die het internet leverde. Instellingen als Paradiso en De Balie hostten hun servers bij Waag en konden zo meeprofiteren van de nieuwe glasvezelverbinding.

Tegelijkertijd experimenteerden partijen als Paradiso met livestreaming, en vonden initiatieven zoals Squatnet en Indymedia hun digitale thuis bij Waag. Rond deze tijd ontstond er ook een samenwerking met een Irakese oppositiebeweging die zich keerde tegen het regime in Irak – net als Waag hostten zij namelijk een van de eerste TOR-servers ter wereld. Privacy, vrijheid van informatie en technologische autonomie stonden centraal.

Waag was in deze periode niet zomaar een internetgebruiker; het was een uitvalsbasis voor hackers en activisten die ongekende mogelijkheden zagen in internettechnologie. De keuze om in glasvezel te investeren was niet puur technisch, maar ook ideologisch: het internet moest van iedereen zijn. En dus bouwde Waag aan een internet dat open, decentraal en vrij moest zijn.

Het verbinden van de culturele partijen in Amsterdam

Na de eerste stappen met gigabit-verbindingen rond de eeuwwisseling, kreeg Waag enkele jaren later een substantiële subsidie om een nog grotere ambitie waar te maken: het verbinden van de volledige Amsterdamse culturele sector via een gedeelde digitale infrastructuur. Wat begon als een lokaal experiment, groeide uit tot een netwerk dat podia, instellingen en creatieve clubs met elkaar verbond, letterlijk en figuurlijk.

Rond 2003–2005 werd met hulp van XS4ALL een glasvezelring opgezet tussen onder andere Paradiso, De Balie, Melkweg, Het Concertgebouw, Muziekgebouw aan 't IJ en Montevideo. Vanaf 2007 sloot ook Pakhuis de Zwijger zich officieel aan. Dit was geen commerciële infrastructuur: het was een gedeelde voorziening voor de culturele sector, van en voor makers.

“Wij hebben gewoon een deel van het internet gebouwd.” 
- Henk Buursen, Waag Futurelab

Waar commerciële aanbieders als XS4ALL en NLnet hosting boden tegen betaling per gigabyte verkeer, werkte Waag anders. Dankzij de vaste glasvezelverbinding via Surfnet betaalde Waag een vast tarief, wat ruimte gaf voor experiment zonder financiële risico’s als iets plots viraal ging.

Die vrijheid leidde tot een reeks avontuurlijke digitale experimenten die hun tijd ver vooruit waren. Al in 2002 zette Waag een van de eerste draadloze access points op in Amsterdam via wireless.waag.org. Rond dezelfde tijd werd flink met video streaming geëxperimenteerd, door Paradiso dat via de glasvezelverbinding hier destijds is opgestart. Zo ontstond het legendarische Fabchannel, een online concertarchief dat zijn tijd ver vooruit was.

Ook projecten als connected.waag.org (2003–2005), plugin.waag.org en killertv.nl vonden hier hun oorsprong. Killertv.nl streamde als een van de eersten online video’s van Hippies from Hell - in een tijd dat YouTube nog niet bestond, was videostreaming revolutionair. Veel van die beelden zijn inmiddels op YouTube terechtgekomen, maar het pionierswerk gebeurde hier bij Waag en bij de culturele instellingen die onderdeel waren van de glasvezelring.

CineGrid en het 4K tijdperk

Een van de meest baanbrekende projecten uit deze periode was CineGrid: een samenwerking tussen Waag, Blender (open source pionier voor grafische software), SURFSARA, internationale partners en festivals. CineGrid draaide om het streamen van 4K-video: vier keer de resolutie van HD, in een tijd dat HD zelf nog nieuw was.

Een van de doelen was om nieuwe culturele ervaringen te creëren, bijvoorbeeld door live 4K-uitvoeringen te streamen tussen locaties in Europa, Japan en de VS. Een memorabel experiment vond plaats tijdens het Holland Festival van 2007, met de voorstelling Era la Notte. De bedoeling was om deze opera live vanuit de Stopera te streamen, maar dat ging niet zonder slag of stoot: tijdens de locatie-inspectie ("site survey") met de Japanse technici bleken hun geavanceerde camera's het Amsterdamse podiumlicht niet goed te kunnen registreren.

De voorstelling verhuisde uiteindelijk naar het Muziekgebouw aan ’t IJ, maar zelfs daar was het complex: er bleek geen glasvezel te liggen, en om die kabel er naartoe door te trekken moest je langs de cruiseterminal, wat officieel douanegebied bleek te zijn. Maar je bent internetpionier of je bent het niet: de kabel kwam er en CineGrid @ Holland Festival 2007 werd toch gerealiseerd. Dit was een van de eerste keren dat 4K-video live werd gestreamd vanuit Europa naar internationale locaties; het was zelfs de eerste 4k trans-Atlantische livestream. 

Toch bleven de uitdagingen groot. Er was wel een 4K-infrastructuur, maar er waren geen goede 4K-camera’s beschikbaar. De oplossing: creativiteit. Blender, het open-source 3D-programma, werd erbij gehaald om virtuele content te genereren in 4K.

Bouwen aan een publieke digitale ruimte

Ook in de jaren na de grote infrastructuurprojecten bleef Waag een broedplaats voor digitale vernieuwing. Een initiatief als Fairphone vond zijn plek binnen hetzelfde ecosysteem waarin ooit de eerste kabels werden gelegd. Vanuit de ruimtes van de Waag ontstonden niet alleen nieuwe verbindingen, maar ook nieuwe ideeën over eerlijke technologie, digitale rechten en burgerparticipatie.

De geschiedenis van Waag laat zien dat de opbouw van het internet en digitale cultuur niet alleen een technische, maar ook een culturele en maatschappelijke aangelegenheid is. Het internet werd oorspronkelijk ontwikkeld binnen de militaire en academische wereld – met projecten als ARPANET en onderzoeksnetwerken die de architectuur en werking van het internet vormgaven. Die oorsprong bepaalde niet alleen de technologie zelf, maar ook de aannames over toegang, controle en hiërarchie.

Maar vanaf het moment dat de culturele en creatieve sector zich ermee ging bemoeien, veranderde ook het karakter van het internet. Kunstinstellingen, hackers, activisten, ontwerpers en culturele organisaties brachten hun eigen waarden in: openheid, samenwerking, experiment, expressie, transparantie. We bouwden niet alleen mee aan de infrastructuur, maar ook aan de betekenis en het gebruik ervan. 

Deze unieke geschiedenis – die fysiek en materieel onderdeel is van Waag – is een reminder dat digitale infrastructuur niet neutraal is, maar iets waar ook de publieke, culturele en creatieve sector een fundamentele stem in moet hebben.