Recente ontwikkelingen in de zorg focussen zich op de brede adoptie van technologie. Maar ondertussen merken gebruikers van zorg weinig van deze innovaties. Ze komen vaak niet overeen met de wensen en specifieke behoeftes van zowel zorgverlener als de gebruiker. Sabine Wildevuur en Paulien Melis van Waag stellen in deze open brief aan de gemeente Amsterdam een andere route voor: zet die patiënt nou echt centraal, en ontwikkel geen zorg vóór, maar mét de gebruiker.
Deze week maakte de gemeente Amsterdam bekend de komende jaren 2,4 miljoen euro te investeren in het aantrekken van bedrijvigheid op het gebied van gezondheidstechnologie. Daarnaast presenteerde Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn plannen om flink geld te investeren in de opschaling van eHealth toepassingen. De komende drie jaar stelt hij 90 miljoen euro beschikbaar om ouderen en mensen met een chronische aandoening prettiger langer thuis te laten wonen met digitale zorgondersteuning. Uitgangspunt is dat er meer mensen kunnen worden ondersteund met hetzelfde budget.
Deze recente aandacht voor technologie in de zorg staat niet op zichzelf. Al jaren wordt er met grote belangstelling uitgekeken naar brede adoptie van eHealth toepassingen in de zorg. Het zou meer gemak voor de patiënt opleveren, minder tijd voor de zorgverlener – professional en mantelzorger – en uiteraard ook minder geld kosten.
Tot nu toe is deze utopie echter uitgebleven en is de gebruiker onvoldoende betrokken in ontwikkeling van innovatieve zorg. eHealth toepassingen blijken onvoldoende afgestemd op de behoeften van de gebruikers, waaronder de patiënt en de zorgprofessional. Aan de andere kant belemmeren gebrek aan ondersteuning en scholing voor het zorgpersoneel het gebruik van eHealth, zo blijkt uit de jaarlijkse eHealth monitor. De vraag luidt dan ook of deze impulssubsidies de oplossing zijn om deze drempels te slechten? Of is het tijd om naar alternatieven te kijken? Hoe krijgen we zorg die beter aansluit?
Zorg maak je samen
Juist de samenwerking tussen personen met een zorgvraag en zorgprofessionals is cruciaal om aan te sluiten bij de behoeften van de gebruikers. De een kan niet zonder de ander. Breid deze samenwerking uit met de expertise van ontwerpers, ontwikkelaars en andere makers, en er ontstaat een vruchtbare voedingsbodem om toepassingen te ontwerpen en te produceren.
Dit vraagt echter om een radicaal anders denken over de ontwikkeling van zorgtoepassingen, die in de bestaande eHealth ontwikkelingen nog niet genoeg terugkomt. Waarom starten we niet bij de uitdagingen waar personen met een chronische aandoening of zorgvraag in hun dagelijks leven mee te maken hebben? Waarom onderzoeken we niet waar zorgprofessionals in hun praktijk tegenaan lopen? En waarom delen we kennis over deze toepassingen niet beter? Vaak zijn dit alledaagse producten en diensten, waar aanbieders (fabrikanten of leveranciers) niet bij stilstaan en bovenal niet in voorzien.
Neem als voorbeeld een stok voor slechtzienden die licht geeft in het donker waardoor ze beter worden gezien en ’s avonds veiliger over straat durven. Of een draagbaar opstapje waarmee ouderen zelfstandig trap kunnen lopen. Beiden oplossingen zijn bedacht door- en ontwikkeld sámen met de gebruiker. Betrek hierbij ontwerpers in om het idee verder vorm te geven, en makers die met behulp van digitale machines zoals een lasersnijder, 3D-printers en elektronica het idee realiseren. Hier is een andere vorm van denken voor nodig. In tegenstelling tot de door de overheid gestimuleerde aanpak voor eHealth, is tevens een bottom-up aanpak mogelijk, die gebruikers serieus betrekt in het maakproces van zorgtoepassingen.
Zet de gebruiker écht centraal
Amsterdam zou voorop moeten lopen in de juiste focus in de zorg, waarbij de gebruikers écht centraal staan. Het coalitieakkoord geeft hier voldoende handvaten voor, zoals met de volgende woorden:
"Mantelzorgers en informele zorgverleners krijgen betere ondersteuning, aansluitend bij hun behoeften. […] Zo creëren we maatwerk en staat de zorgbehoefte van de cliënt centraal."
Waag doet al meer dan een decennium lang onderzoek naar nieuwe vormen (voor het organiseren) van zorg en de rol die technologie hierin kan spelen. Het advies luidt dan ook: zorg dat je je toespitst op behoeften van gebruikers om de kwaliteit van leven en zorg te verbeteren. En ontwikkel toepassingen niet vóór, maar mét de gebruikers. Alleen dan kom je tot oplossingen (technologisch of niet) die aansluiten bij de behoeften van de gebruikers.
Sabine Wildevuur en Paulien Melis doen voor Waag onderzoek naar de rol van technologie in de zorg. Deze bijdrage is ook gepubliceerd in Het Parool.